Terug naar hoofdpagina Nationaal Advies Platform

 

 

 

 

 

 

 

Resultaten

Nationaal Advies Platform 2012

D66

 

 

 

Woord vooraf

 

Het platform beoogt opiniërende, richtinggevende uitspraken en adviezen van D66-leden van de regio’s, aan de vertegenwoordigers van D66 in alle relevante geledingen en hoedanigheden. Onderstaand treft u de cumulatieve lijst van resultaten in de vorm van overwegingen, oproepen, adviezen en vragen, zoals naar voren gekomen in openbare, plenaire, inhoudelijke, politieke discussies. Lopende het jaar wordt lijst aangevuld.

(Bijgewerkt t/m 23/1/2013)

 

 

 

Inhoudsopgave

Sinds 2006 volgt de inhoudsopgave de DG-structuur van de EU.

(Alfabetische volgorde, cumulatief voor 2012.)

 

 

Voorwoord.. 3

Politiek  4

Algemeen. 4

15/9       4.. Terugblik; Europa/Landelijke/Provinciale/Lokale politiek. 4

7/7        het concept verkiezingsprogramma. 4

Belastingen en douane-unie. 5

Economische en financiële zaken. 5

17/3       Europa in crisis. 5

28/1       Europa in crisis ( 6

Gezondheid en consumentenbescherming. 6

Informatiemaatschappij en media. 6

Interne markt en diensten. 6

Justitie, vrijheid en veiligheid. 7

9/6        Kunduz Akkoord. 7

Landbouw en plattelandsontwikkeling. 7

Mededinging. 7

Milieu. 7

Ondernemingen en industrie. 7

Onderwijs en cultuur 7

28/4       Ingenieur van de 21e eeuw' 8

17/3       Staat van het onderwijs 2011. 10

28/1       Staat van het onderwijs 2011. 10

Onderzoek. 11

Regionaal beleid. 11

Vervoer en energie. 11

Visserij en maritieme zaken. 11

Werkgelegenheid .soc.zaken & gelijke kansen. 11

Organisatorisch. 12

Elke vergadering: rondje platformen, regio’s enz. 12

NAP-leden 2012. 13

NAP vergaderingen 2012 (samenvattingen) 14

 

NB    Het overzicht van de resultaten van de voorgaande jaren zijn resp. te vinden in:

Resultaten Nationaal Adviesplatform (Cumulatief 2011)

Resultten Nationaal Adviesplatform (Cumulatief) 2010)

Resutaten Nationaal Adviesplatform (Cumumlatief 2009l

Resultaten Nationaal Advies Platform (Cumulatief 2008)

Resultaten Nationaal Advies Platform (Cumulatief 2007)

Resultaten Nationaal Advies Platform (Cumulatief 2006)

Resultaten Nationaal Advies Platform (Cumulatief 2005)

Resultaten Nationaal Advies Platform (Cumulatief 2004)

Resultaten Nationaal Advies Platform (Cumulatief 2003)


 

Voorwoord

 

Uit de diverse regio’s in het land willen een aantal mensen de partij een eigentijds reglementair discussieplatform bieden met een landelijke, representatieve en vrijdenkende discussiefunctie vanuit de regio’s voor het opstellen van gevraagde en ongevraagde adviezen en het toetsen van meningen.

 

Van de diverse vergaderingen in 2012 is verslag gemaakt en elk verslag is ter kennis name gebracht aan directe relaties; het LB en de D66-leden van de Eerste Kamer, Tweede Kamer en het Europese Parlement. Samenvatting van de verslagen zijn gemeld aan de secretarissen van andere platformen en enkele regiosecretarissen (alleen zij die dat op prijs stelden).

 

Als naslagwerk zijn de adviezen van de vergadering samengebracht in dit document, met dank voor de inzet van alle voorbereiders / platformleden om het onderstaande mogelijk te maken. Jawel, dergelijke overzichten zijn er ook van eerdere jaren: 2011, 2010, 2009, 2008, 2007, 2006, 2005, 2004 en 2003. Ze bevatten tal van korte, scherpe, kant-en-klare moties; te benutten als inbreng of input voor eigen moties in EP, EK,TK, PS, en gemeenteraad. Als indelingsbasis voor de beleidsgebieden is besloten om vanaf 2006 de DG-structuur van de EU aan te houden en niet langer de indeling naar NL-ministeries.

 

Het platform startte op 8 februari 2003met 18 leden, telde in 2003 31 leden, 27 leden in 2004, 28 in 2005, 24 in 2006, 2007 en 2008. In 2009 is het bes tand opgeschoond; alleen leden van wie in 2008 een verklaring is ontvangen, zijn opgenomen in de ledenlijst (13 leden). In 2012 zijn tot onze droefenis twee zeer active leden overleden; Marijke Maathuis en Wijbrandt van Schuur. Dat reduceert het aantal leden tot ..

 

Meer informatie en actuele informatie over het Nationaal Advies Platform D66 is aan te treffen op de webpagina van het platform: www.bjernv.dds.nl/platform.html.

 

Groet,

Bernard Verlaan

Secretaris (a.i.)

 

 


 

Politiek

(alfabetische volgorde)

 

Algemeen

 

15/9     4.. Terugblik; Europa/Landelijke/Provinciale/Lokale politiek 

a. verkiezingsuitslag

De vergadering delibreert over de kwestie van een 2- versus een 3-partijen kabinet in relatie tot de stabiliteit. De gedachte is dat de (bemiddelende) derde alleen maar een pion en een toekomstige ‘zondebok’ (vgl. PVV) zou zijn omdat de 2 groten niet primair het landsbelang voor ogen hebben maar het eigenbelang versus dat van de ander(en). Een CDA wordt niet als derde partij verwacht.

De vergadering meent dat D66 beter vanuit de Kamer de confrontatie zou kunnen zoeken en op die manier méé(r) zou kunnen sturen; los van het gegeven dat D66 met Koolmees een goede Min.Fin zou kunnen leveren.

Op ELDR-niveau werken D66 en VVS goed samen in die fractie. De NL-situatie is anders Of Rutte premier wordt? Vroeger was dat geen automatisme dat de grootste fractie ook de premier leverde. Pas met Lubbers is dat de gewoonte geworden. Nee; Rutte verwacht een 2-deling in de maatschappij en zegt in Europa andere dingen dan in NL; hij mijdt het inhoudelijke en ‘lacht alles weg’ en laat zich niet in de stress dringen. Zijn kretologie over Europa en banen was alleen voor de Bűhne. Een zakenkabinet acht de vergadering niet haalbaar.

Een Samson als premier dan? Ook dat acht de vergadering niet waarschijnlijk of haalbar. Ja hij heeft een goede training gehad in ‘performance’. Maar goed betekent ook dat hij met zijn ambtenaren zou moeten kunnen praten en begrijpen. Het is een vak om beleid te vertalen in politieke wil en het gesprek daarover aan te gaan met de Kamer, de media en de achterban. In de EU zou hij als socialist niet goed vallen en linkse praat zou nadelig zijn voor onze rol in de EU. NL heeft veel invloed verloren sinds dat ene tuinkabouter het stokje overnam van Bot als BuZa-minister. Over het verkiezingsprogramma meldt Geben het te somber te vinden. Het is de zaak uit te stralen dat je voor NL een andere aanpak kiest.

Roemer heeft wel een ander Europalijn maar erkent dat het niet anders kan. En de SP sluit in haar basishouding niet aan bij D66. De hoge mate van partijdictatuur en activiteit aan de basis is lokaal belangrijk maar niet landelijk.

Een Kamp heeft nooit last gehad van eigen ideeën, een eigen betekenis of mening. De marine is “ondergebracht” bij de UK marine en heeft hij als Min.Def geblunderd door Orionvliegtuigen te vervangen door satellietwaarnemingen. Zoiets als het verhuizen van de mariniers uit Doorn naar Vlissingen is niet meer dan een kostbare geste om de Commissaris van de Koningin in Zeeland te faitteren. Anders gezegd, omschrijft de vergadering dit optreden van openbaar bestuur als schrijfkameramateurisme.

Op het terrein van Binnenlands Bestuur blijkt uit onderzoek dat er wel zoiets bestaat als een optimale gemeentegrootte zodat er:

1.       voldoende volume is om effectief te kunnen opereren;

2.       een voldoende kleine schaal is om op natuurlijke wijze contact te houden met de bevolking.

Toezicht in deze gevallen is het grootste probleem; op instellingen, functies en organisaties (zoals scholen) om er op toe te zien dat bestuurlijke verantwoordelijkheden genomen worden. Donner nam bijv. de consequentie van een gebrek aan toezicht. Toezicht, zo meent de vergadering, dient per definitie een nutsfunctie te hebben.

 

 

7/7       het concept verkiezingsprogramma.

Inleidend wordt kort de opzet van het verkiezingsprogramma doorgenomen. Opvallend is de dikte en inhoud. W.b. dat laatste maakt het volgens de inleider de indruk alsof er een verzameling steekwoorden en uitspraken op Post-its, met wat proza ‘aan elkaar geschreven zijn’. Opvallend is ook de magere financiële paragraaf die ook qua vormgeving uit de toon valt.

In de discussie wordt gesteld dat die fin.paragraaf wellicht de belangrijkste is in een verkiezingsprogramma; je moet immers duidelijk kunnen maken hoe en of alle prachtige voornemens financieel haalbaar en realistisch zijn. Zo wordt de paragraaf over de groei van de zorgkosten niet als realistisch gezien en zelfs als oneerlijk. Het gaat er immers om dat er waar voor het geld komt. Natuurlijk moet er onderscheid gemaakt worden tussen wat je wilt en wat je kunt betalen, en wat kosteneffectiever zou kunnen (los van hobby- chirurgie). Een van de leden geeft de vergadering een voorbeeld van kosteneffectiviteit waarbij centralisering van specialistische hulp er toe leidde dat deze onbereikbaar werd.  Voorts stelt de vergadering dat vroeg of laat de discussie gevoerd moet gaan worden of dat datgene wat medisch mogelijk is, ook moet allemaal kunnen.

Over de voorgestelde versoepeling van het ontslagrecht merkt de vergadering op dat zit net als in de 90-er jaren hooguit zal leiden tot kortere werkloosheidsperiodes en meer baanwisselingen in een carrière. Maar er is wel flankerend beleid nodig ((cursussen e.d) om deze mobiliteit effectief te begeleiden. Sowieso – zo stelt de vergadering-  is er meer kennis nodig van feiten en cijfers. Denemarken heeft bijv. een kortere werkloosheidsduur, hogere werkloosheidsuitkeringen, cursusaanbod voor werklozen en werkgevers krijgen geld om introducties te begeleiden.

Energie/grondstoffen In reactie op de suggesties van windparken in de woestijn van Marokko of elders, meent de vergadering dat vooraf de vraag gesteld moet worden of Nederland wel of niet afhankelijk wil zijn van anderen om in haar energiebehoefte te voorzien. Als dat niet het geval is, dan betekent dat dat de energievoorziening lokaal geregeld moet worden. Ook nu al is in Nederland veel mogelijk. Over 10 jaar is de energie duurder, het is dus nu zaak om de infra goed te regelen. Van der Hoeven hield indertijd de verkoop van Delta tegen omdat het anders in buitenlandse handen zou vallen. Bij goede alternatieven is de kerncentrale van Borsele (voor energievoorziening) overbodig en de nieuwe ook. Dat betekent dat er nu begonnen moet worden met de afbouw daarvan en de opbouw van de omschakeling naar andere, duurzame energievoorzieningen. Bedenk dat het Frankrijk 10 jaar gekost heeft om toe te staan dat er een dikke kabel door de Pyreneeën getrokken werd om de Spaanse (zonne-)energie aan te sluiten op het EU-grid. In het licht van een globaliserende wereld –zo meent de vergadering-  is het zaak om ook andere landen te betrekken bij de gasrotonde. De vergadering heeft dan ook grote moeite met de door landsgrenzen beperkte beschrijvingen en voorstellingen van zaken in het verkiezingsprogramma. Essentieel voor Nederland is bijv. de afzetmarkt in het achterland en de kwaliteit van het vervoer.

Overall en concluderend  -zo oordeelt de vergadering- worden er teveel verschillende zaken in hetzelfde mandje gegooid in het verkiezingsprogramma, overgoten met te veel populisme. Nergens is een duidelijke lijn van doel-richting-plan. Er is te veel focus op de Nederlandse markt, te weinig aandacht voor de betekenis van Nederland voor Europa/Duitsland en omgekeerd. Het programma had veel compacter gemoeten met betere selectie van onderwerpen en uitspraken met goede cijfers onderbouwd.

Volgens economen zal de toekomstige generatie rijker zijn dan de huidige maar er moet wel bedacht worden dat er verdieners zijn aan de bestedingen die een regering plant en doet. Die verdieners willen natuurlijk dat dat geld rolt, ook al is dat niet profijtelijk voor de burger. Het is te gemakkelijk om dat over het hoofd te zien. Hetzelfde geldt voor het populair benadrukken van de verschillen tussen jong en oud; ouderen doen bijvoorbeeld veel onmisbaar vrijwilligerswerk.

 

De vergadering acht het verstandig om de optie open te houden om over links te regeren ook al is het onderscheid links-rechts geen zinnig onderscheid meer. Tegelijkertijd zijn er bedenkingen; neem een Marxistische SP – daar is niks liberaals bij. De voorzichtige verwachting van de vergadering is dat er een lijntje zal ontstaan van SP, GL en PvdA.

 

 

Belastingen en douane-unie

 

 

Economische en financiële zaken

 

17/3     Europa in crisis

(Vervolg) Via een korte inleiding (n.a.v. CPB rapport) en doorgestuurde “samenvatting” aan de hand van bullet points wordt de materie toegelicht. Al discussiërend brengen de leden van de vergadering verschillende inzichten en meningen naar voren. Zo is er de observatie dat momenteel groei en bezuinigingen naast elkaar bestaan en de verwachting dat dat nog wel even zo zal blijven.Waar het nu op aan komt is dat er een strategie ontwikkeld wordt om te voorkomen dat de boel afgebroken wordt. Tegelijkertijd; alles ontwikkelt zich en conclusies zijn alweer achterhaald als ze worden uitgesproken. Naast een bankcrisis is er ook sprake van een systeemcrisis. De Europese munt is een element in een systeem dat daar nog niet geschikt voor is.Het gevolg is dat mediterrane landen willens en wetens in de schulden zijn gedrukt. Een starre 3%-grens is dom; er moet altijd vering in zitten. Een Europese ‘coördinator’ heeft geen macht en bovendien moet eerst het systeem op orde gebracht worden. De eigenschappen van het systeem blijken echter variabel. De kernvraag is wellicht of we voor een Federaal Europa zijn. Eén munt voeren vereist een sterke federatieve organisatie die daarachter staat. Vgl. een VS die als staatsvorm geënt is op die van de 17e eeuwse Nederlandse republiek. De algemene stemming is nu echter ‘minder Europa’ waardoor er minder economische ruimte ontstaat met minder steun voor diverse lidstaten.

Alle stappen leiden echter tot een sterkere federatieve unie; de EU-subsidies zijn bijv altijd grensoverschrijdend. Dat proces loopt echter langzamer dat het sentiment van de bevolking. Het gevolg is ook dat ‘de wereld’ of de problematiek van elders steeds vaker op onze stoep staat met een ‘on-thuisgevoel’ als gevolg. Anekdotisch: een van de leden was bij een Probusbijeenkomst waar het Esperanto werd besproken; mn. of een verbeterd Esperanto de eenheid binnen Europa zou kunnen bevorderen. Via taal komen echter meteen allerlei sentimenten naar boven, zo bleek.

Als oplossing ziet de vergadering de mogelijkheid om in klein verband (‘heimat’) te stimuleren en te wijzen op het nut van het grotere verband. Het ontmoeten van de ander (bijv. hangjongeren of de buitenlander in de Europ. context) heeft te maken met ‘self esteem’. Mensen hebben vaak meerdere identiteiten omdat ze zich in meerdere relaties tot elkaar en de ander verhouden. Separatisme betekent in die context non-acceptatie. In Europa ontbreekt het aan een Europees gevoel als je dat vergelijkt met de situatie in de V.S. Als alle programma’s in alle talen ondertiteld zouden zijn, zou dat grenzen wegnemen  - net als één munt.

Als procedurevoorstel wordt gesuggereerd om achtereenvolgens in te gaan op Teulings’ analyse van de ontwikkeling van de crisis, zijn idee van de lender of last resort als oplossing voor de huidige situatie en het vraagstuk van wel/geen federaal Europa.

 

De vergadering is van mening dat het in deze problematiek belangrijk is om het positieve mogelijkheden in de toekomst te benadrukken en dat de dingen anders kunnen zijn dan vroeger. Zo kijkt Brabant dat dichter bij de grens ligt anders naar Europa dan boven de rivieren. Verdeeldheid zaaien is gemakkelijker dan eendracht zaaien. Griekenland, Spanje en Portugal zijn sinds de 70-er jaren democratieën. Als die landen uit de muntunie of uit de EU gezet worden, vervallen ze weer tot dictaturen, zo wordt opgemerkt. Vergelijk bijv. de quasi-dictatuur Hongarije. De vergadering vraagt zich af of het een kwestie is van kennis of politiek? Er zijn immers ideologische krachtsverschillen in het spel. Esperanto vermijdt machtsverschillen vanuit het verlichtingsideaal. Echter, idiomen blijven verschillend en politiek gaat over beeldspraken, niet over feiten. Bijv. 5% minder uitgaven voor defensie betekent dat de ander duurder uit is zonder extra toegevoegde waarde die er tegen over staat. Taal plus cultuur is ook een set beeldspraken. Neem een VS; doordat iedereen alle schepen achter zich verbrandde, kon er gemakkelijker gebouwd worden aan een nieuw groepsimago.

In Europa alles “verbranden”  zou oorlog betekenen en dat is ongewenst. Eén vlag, één munt, één gemeenschappelijk lied is een begin maar een meer geïntegreerde staat/systeem zou daar aan ten grondslag moeten liggen.

 

Even terug naar het rapport van Teulings. Een kleine reflectie van Bernard stipt de toetreding tot de euro-zone aan van de diverse landen, het drievoudige slot dat de partijen geregeld hebben/hadden om mistoestanden te voorkomen en opent een aanval op het antropomorfisme dat Teunlings toedicht aan ‘de markt’, ‘vertrouwen in de markt’  etc. De vergadering gaat op dit laatste in en spreekt zich uit voor een ‘methodologisch individualisme’; het zijn individuen die handelen op de markt – of de programmaregels geschreven hebben voor de computerhandel op de markt. Op die markt echter is er geen sprake van een oneindig aantal onafhankelijke, individueel voordeelzoekende individuen. Nee, eerder is er sprake van oligopolieën met een heel ander prijsstellingsmechanisme als gevolg. Idem op de financiële markten. Om een goed begrip te hebben, is het dus zaak weet te hebben van het beperkte aantal grote spelers op die markt, al dan niet via ‘puts’ zoals in de ABP-belegger dat deed. De vergadering merkt op dat enerzijds financiële redenen en beslissingen lineair lopen en volgens een oorzaak-gevolgpatroon dat het best beschreven kan worden met chaostheorie. En dat anderzijjds beurskoersen door de regels van computersoftware bepaald worden hetgeen beter begrepen kan worden met theorieën over zwermgedrag.

Concluderend merkt de vergadering op dat er geen toezicht meer is op publiek gedelegeerde middelen (vgl. de discussie over de RvT van de school in Hoogeveen). Toen die thematiek werd opgemerkt door de VNG was de reactie dat de gemeente maar een gemeentelijke verordening moet maken.

 

Pauze. Wijbrandt vertrekt enige tijd later voor de afd.vergadering in Nijmegen.

 

            28/1     Europa in crisis (

N.a.v. CPB rapport en doorgestuurde “samenvatting” aan de hand van bullet points.

Inleiding Wijbrandt legt de achtergrond en indeling van het rapport uit en geeft aan dat de bullet points eigenlijk als samenvatting te beschouwen zijn.

Discussie De vergadering besluit gelet de tijd, de resterende tid te besteden aan een eerste, algemene uitwisseling van eerste indrukken. Een greep uit de uitgesproken gedachten:

·        de EU is een politieke unie, geen monetaire; de euro heeft daarom alleen maar een symboolwaarde;

·        de euro is misbruikt voor prijsverhogingen en de euro-crisis is vooral een bankencrisis, geen landencrisis;

·        de VS is een federale staat, de EU niet waardoor in de VS de staten niet voor de bankproblemen hoeven op te draaien;

·        de no bailout blijft van toepassing ook al zijn  er particuliere schuldeisers;

·        nutuurlijk moet er één (niet-statelijk) banktoezicht zijn met preventief toezicht en één noodfonds want de discipline van de geldmarkt werkt te traag;

·        de demcratische controle heeft er destijds toe geleid dat er géén democratische controle geregeld was waardoor 'verschillende' landen verschillend in de EU zaten/zitten;

·        Als de bullet points de samenvatting zijn, moet het boek tegenvallen in het licht van het interview dat Teulings erover gaf;

·        N.a.v. het (ener)laatste bullet point over één centrale bank en ontbrekende democratische controle in een ECB-situatie. Tegenover deze ‘Zalmse’ opvatting staat die van Verhofstadt met de suggestie dat meerdere (5-6) centra evengoed denkbaar zijn, uitgaande van bijv. één centrale verkiezingslijst. Hierover wordt opgemerkt dat Zalm vaak druk gebruikte om tot een rechts-conservatief verbond te komen;

·        Meer EU-regelgeving op het budgetvlak leidt tot een nieuwe commissaris die het begrotingsbeleid van de individuele lidstaten in portefeuille heeft om Europ. begrotingsdiscipline af te dwingen. Verzuchtend: er is behoefte aan een ander geluid in de pers dat steeds weer over de PVV-geluiden gaat;

·        Het lijkt erop de belangengemeenschap die Europa is, niet begrepen heeft dat je een aantal zaken als een ‘staat’ moet regelen om het te laten werken. Bovendien gaat het om meer dan alleen economische belangen; er zijn bijv. ook heel wat conflicten in de wereld waarin de EU een positie en een belang heeft te hebben. Deels is dat aan de orde in ‘Global Europe 2050 - The World and Europe up to 2050: EU Policies and Research Priorities (http://ec.europa.eu/research/social-sciences/events-191_en.html)’, met als kernvraag: wat leidt tot een betere wereld.

Tot zover de eerste verkennende opmerkingen rond de analyse van Teulings van de huidige crisis in Europa. Deze discussie wordt de volgende keer voorgezet.

 

 

Gezondheid en consumentenbescherming

 

 

Informatiemaatschappij en media

 

 

Interne markt en diensten

 

Justitie, vrijheid en veiligheid

            9/6       Kunduz Akkoord

De vergadering oordeelt overwegend mild over het akkoord. Het laat zien dat een brede samenwerking mogelijk is, incl. een redelijk verdeling van lasten over de burgerij. Alleen over de reiskostenbelasting van de werkenden oordeelt een aanwezige negatief. Tegelijkertijd wordt opgemerkt dat het akkoord niet geleid heeft tot beleidsdiscussies zoals bij het Kunduz-akkoord. Ook de aanwas van nieuwe banen wordt betwijfeld. Vergelijk de economische insteken van Krugman versus die van Keynes. Het zou wellicht beter zijn geweest om meer nadruk te leggen op werkloosheid dan op het schuldvraagstuk. D66  begrijpt kennelijk echter de weerzin tegen de EU niet en zou dat nader moeten onderzoeken. Er wordt een relatie gelegd met een uitspraak van Els Borst die haar in religieuze kring zeer kwalijk genomen werd, ook al had ze waarschijnlijk geen intentie in die richting. Verbreed laat dat incident de spanningsrelatie zien tussen enerzijds het rekening houden met elkaars gevoeligheden in een multiculturele samenleving en anderzijds het opdringen van eigen normen en gevoeligheden  aan anderen.

Terug naar het akkoord; het doel om financiële betrouwbaarheid te onderbouwen is bereikt. Dat is belangrijk omdat wij op die manier een voorbeeldfunctie behouden en anders niet geloofwaardig meer zouden zijn in de internationale discussie. De vraag is echter of dit ook ten koste mag gaan van de waarde van de munt. Feit is echter dat de Euro geen uitdrukking is van economische macht, zoals de US$ dat wel is.

Daar staat tegenover dat de infrastructuur in de VS “aan barrels” ligt (bruggen en viaducten storten in door achterstallig onderhoud). Krugman’s suggestie (overheidsuitgaven om banen te scheppen, bijv. voor onderhoud), geldt in de VS als ‘socialisme’ en daar wordt dan ook geen navolging aan gegeven.

De vergadering meent dat stimuleringsmaatregelen moeten kunnen maar niet zonder de werking ervan in beeld te hebben. Maar NL dreigt in sommige opzichten te democratisch te zijn/worden; er wordt te lang gepraat alvorens tot actie overgegaan wordt. Vergelijk het optreden van Wouter Bos: die nam beslissende actie en verantwoordde zich daarover achteraf.

Ten aanzien van de zuidelijke landen moeten de noordelijke zich goed realiseren dat de mores er een andere is. In Griekenland is corruptie een overlevingsstrategie, idem Italië (geen samenleving maar een samenzwering) en in Spanje is het ‘til’-systeem normaal. De vergadering vraagt zich af op welke terreinen er nieuwe ontwikkelingen mogelijk zijn. Een linkse regering zal bijv. leiden tot veel bemoeienis met een rechtse draai bij de verkiezingen erna.

 

 

Landbouw en plattelandsontwikkeling

 

 

Mededinging

 

 

Milieu

 

 

Ondernemingen en industrie

 

 

Onderwijs en cultuur

 

9/6                    vervolg Onderwijs n.a.v. De Staat van het Onderwijs

(Jaarverslag 2009-2010; verscheen medio april 2011): laatste discussiestellingen

N.a.v. Stelling 3: Er bestaat in het hoger onderwijs geen inhoudelijke kwaliteitscontrole, waarin ondermeer op creativiteit wordt getoetst.

 

Hoewel de vergadering verdeelde geluiden verwoordt, lijkt het gemeenschappelijk gevoelen voor ‘pro’ bij deze stelling iets sterker dan het ‘con’. Creativiteit kon natuurlijk altijd bij promoties maar de realiteit is die van een tijdklem waarin het wijzer is om op ‘veilig’  te spelen. Ook de valorisatie-druk werkt een tijdverkwistend speels en creatief uitproberen van mogelijkheden van nieuwe bevindingen of het betreden van ongebaande wegen, tegen. Ook visitatiecommissies spreken nog al een van ‘te weinig uitdagend onderzoek’  waarmee dan bedoeld wordt  ‘ te weinig geciteerd onderzoek’. Uit ervaring sprekend merkt Gerben op dat creativiteit niet goed te meten is. Onder verwijzing naar een proefschrift naar de relatie tussen intelligentie en creativiteit, merkt  Wijbrandt op dat een dergelijk verband er kennelijk niet is. In de praktijk, zo meldt Cees , was bij bedrijven het verschil bekend tussen een natuurkunde-‘8’ in Dordrecht in vergelijking met een Utrechtse ‘8’.  Al met al concludeert de vergadering dat het aanleggen en definiëren van een dergelijk criterium erg moeilijk is. De vergadering betwijfelt of ‘alles’ in cijfers uitgedrukt kan worden; mn. of kwaliteit kwantificeerbaar is. Als conclusie stelt de vergadering dat er wel degelijk sprake is van een kwaliteitscontrole, de sturende waarde ervan is echter een punt van discussie, Creativiteit acht de vergadering niet kwantitatief toetsbaar.

 

N.a.v. stelling 4.. Leraren moeten worden geselecteerd op intrinsieke motivatie en enthousiasme.

 

De vergadering heeft begrip voor het idee achter de stelling; natuurlijk is bevlogenheid en enthousiasme voor een vak van belang voor het uitdragen van de kennis en het gevoel voor het vak. Maar het criterium is erg subjectief en zeker niet in handen te leggen van ‘-gogen’. Bovendien, op de eerste school kan een docent mislukken en het daarna op een andere gewoon goed doen. Conclusie: het zou mooi zijn als er inzicht is in wat ‘meten’ is en wat er gemeten wordt bij intrinsieke motivatie en enthousiasme.

 

N.a.v. stelling 7. Hoogbegaafde leerlingen aan de ene staart van de Bell-curve hebben ook aanpassingsproblemen, net ALS de laagbegaafde leerlingen aan de andere staart van de Bell-curve

 

De vergadering is hier kort over: dat is een open deur. Wel is het zo dat het bij hoogbegaafden (IQ>130) om een andere belangstelling gaat dan bij de laagbegaafden.

 

N.a.v. stelling 8 Het is niet alleen goed voor hoogbegaafde leerlingen zelf, maar ook voor de samenleving als geheel om hoogbegaafde leerlingen volledig tot ontwikkeling te laten komen

 

De vergadering onderschrijft deze stelling: zonder discussie!

 

                28/4        Ingenieur van de 21e eeuw'

De heer Van Gent(één van de auteurs van de notitie) is gearriveerd en wordt met een kop koffie welkom geheten door de vergadering.

Nadat de leden van de vergadering in een voorstelronde gemeld wie zij zijn, wat hun achtergrond is en interesse is in het onderwerp, neemt dhr. Van Gent het stokje over. Hij is als vliegtuigbouwer in 1987 afgestudeerd en bezeten van luchtvaart; heeft tot z’n 40-ste ook zelf gevlogen en heeft gewerkt bij TNO, NLR en weer TNO. Nu is hij met name geïnteresseerd in ‘de menselijke factor’ en is langzaam kritisch geworden naar de luchtvaartaanpak. Technisch is er veel mogelijk maar toch lukken (veel) zaken niet; ‘waarom’ is nu de grote, boeiende vraag. In die gemoedstoestand heeft hij Lout Jonkers ontmoet en van het een en ander is het –samen met andere contacten van Lout-  tot dit stuk gekomen. Ronald is benieuwd naar de commentaren en inzichten van de vergadering.

 

Als context van de discussie wordt meegegeven dat vergadering het afgelopen jaar in diverse vergaderingen de afzonderlijke hoofdstukken van het Onderwijsjaarverslag 2009/2010 van de Inspectie heeft besproken. Die Inspectie checkt onderwijskwaliteit als kernopdracht, wat de vergadering miste was de vraag: leren de leerlingen/studenten wel de goede dingen, d.w.z. de noodzakelijke kennis, kunde en vaardigheden voor de 21 eeuw. Dat was de reden om de link te leggen met het ingebrachte stuk over de opleiding voor ingenieur in de 21e eeuw.

 

De vergadering start met een rondje ‘algemeen’. De vergadering spreekt af dat pas –los van eventuele informatievragen-  Ronald integraal zal reageren op de gemaakte opmerkingen.

 

De algemene reactie is tweeledig. Om te beginnen is er veel waardering voor het stuk. Echter het is ook hoog abstract en ingewikkeld geschreven waardoor het risico ontstaat van ‘hoog over’ waardoor  de politiek bijvoorbeeld weinig aansluiting kan vinden bij het stuk. Dat doet de vraag rijzen voor welke doelgroep het stuk precies geschreven is.

Als ‘greep uit de rondgang van opmerkingen’ valt o.m. te noteren dat het stuk ook hoge pretenties heeft. Daarbij de vraag stellend dat datgene wat bijv. voor de ingenieur geldt, niet automatisch voor de rest van de wereld –andere academische gebieden- geldt. Tegenwoordig is het een doel van veel opleidingsinstituten om in te steken op het ontwikkelingen van moderne toepassingen en integratie van maatschappelijke vraagstukken in de studieprogramma’s. In de praktijk is (interdisciplinaire) samenwerking echter ontzaglijk moeilijk (bijv. in de psycholinguïstiek). Een ander merkt op dat hij vanuit een bestuurskundige invalshoek meer kijkt naar waarschijnlijkheden dan naar een Popperiaanse toetsing. De term hoogbegaafd is echter als ouderwets te beschouwen[1], het doet onvoldoende recht aan de relevantie van andere opleidingen. Verder is de spreker benieuwd naar de laatste ontwikkelingen in de vliegtuigbouw en ook in de nieuwste kennis omtrent meertaligheid op jonge leeftijd (4-5 jaar). Een ander geluid refereert aan een KIWI-discussie waarin de relatie hbo-wo opgeleiden aan de orde kwam. De kracht van de eerste is om dingen te maken, goed te bedienen en werkend te houden – uitgaande van de zekerheid van bepaalde relaties in de fysieke wereld. De kracht van de tweede is het zoeken naar de gaten in die kennis en het ontwikkelen van nieuwe kennis. Overtuigingen hinderen vaak de kennisontwikkeling; waar het om gaat is dat er het lef moet zijn om ‘to boldy go where no man has gone before’. Waar zit ‘de mens’ in dit stuk zo vraagt de spreker zich af. Waar het om gaat is dat er interesse gewekt wordt en dat de wil/motivatie ontstaat om zelf actief met het probleem aan de slag te gaan. Los daarvan bleek het inzicht van de spreker’s werkgever dat vakmatige excellentie niet voldoende was om een instituut te leiden; daarvoor was aanvullend een MBA-opleiding nodig. Verder is het zaak aandacht aan cultuurverschillen te besteden, hierbij verwijzend naar het (vroegere) Oost-Europese Radio-astronomische comité waar een secretaris de dienst uitmaakte versus de cultuur binnen een Physical Society. Anders gezegd; scholingssystemen moeten creatief omgaan met en inspelen dergelijke, steeds internationale ingenieurswerkelijkheden.

De laatste reactie ten slotte meldde het aspect van de ‘doorlopende leerlijn’ te missen. Uit de eigen praktijk bereiken hem nml. op het gebied van de topsectoren dergelijke vragen. Natuurlijk zijn er wo’ers en hbo’ers nodig maar als die –spreekwoordelijk-  hun tijd zitten te verdoen met bijv. het in leven houden van weefselkweekjes (mbo-werk) of mbo-laborantenwerk, dan komen ze niet toe aan hun eigenlijke werk. Voorts verwijst deze spreker naar het boek ‘Forbidden Science’ (R. Milton, 1998, te vinden in de universiteitsbibliotheek van Groningen) en hij zal informatie doorsturen over de EU-publicaties omtrent ‘Skills for the Future’[√]

 

Repliek. Om te beginnen met de doelgroep waarvoor het stuk geschreven is zo meldt Ronald: dat is geschreven voor de (opleidings-)actoren in de L&R-sector (Lucht & Ruimtevaart). Het stuk beoogt enerzijds een kader te bieden voor de integratie van verschillende disciplines en anderzijds ook een kader om individueel gewenste skills voor het vak of het project te verzamelen. Hij verwijst hierbij naar een filmpje op TED-Youtube (Ken Robinson) waar het gaat om het verzamelen van skills zoals Steve Jobs dat deed vanaf het moment dat het voortijdig zijn opleiding verliet. Het doel moet zijn; mensen de vrijheid en de ruimte te geven om te excelleren.

 

PAUZE

 

Na deze algemene ronde houdt de vergadering een specifieke ronde waarbij per paragraaf de gelegenheid genomen wordt om meer op detailniveau in te gaan op de gedachtelijn van het stuk. Wijbrandt vertrekt een tiental minuten later.

 

Paragraaf 1.

Alle begrip voor de visie m.b.t. permanent leren (tot de dood) als middel; het is onzin om het leren te beperken tot de leeftijd van 12-25 om daarna te werken tot 65 en te sterven met 67. In de industriële werd die gedachte geboren, werkte die formule, in deze tijd is dat niet meer aan de orde en permanent leren wel.  Echte creativiteit komt voort uit samenwerking en verbindingen; dat gedijt niet in een cultuur van toetsen en normeren. In de wetenschap geldt het adagium ‘meten is weten’. In de beta-wetenschappen is dat makkelijker te realiseren dan in de gamma-wetenschappen. Bij de eerste liggen begrippen, definities en wetmatige relaties vast. Bij de tweede is dat beduidend minder het geval; wat in en voor de ene cultuur en samenleving verwoord, bedacht is en (tijdelijk) geldt, wordt in een andere cultuur en samenleving heel anders ingedeeld, gewaardeerd en gebruikt ; met alle communicatieproblemen van dien.

Wat enigszins gemist wordt is de relatie tussen het aspect van voortdurende kennisvernieuwing en het –sowieso gemiste-  aspect van doorlopende leerlijnen. De kernkwaliteit van de ingenieur is de moed het onbekende tegemoet te treden.

 

In paragraag 1 en 2 wordt over ‘ons’ gesproken. Wie of wat betreft dat? Ingenieurs? Wetenschappers? Nederland? De vergadering ziet ‘ons’ liefst als ‘Europa’  gedefinieerd omdat het metier van de ingenieur een internationale is. Inderdaad is onze samenleving te zeer consumptiegericht, zozeer zelfs dat de aarde dat niet meer kan opbrengen. Een basisgedachte bij ‘duurzaamheid’ is dan ook het bewaren en veiligstellen van zaken voor de volgende generaties.

Optimisme voor een leven in harmonie is er evenwel altijd geweest; er is een o.m. een Veiligheidsraad gekomen en democratie is universeel verklaard. Wat wellicht zou helpen is een ‘buitenaardse blik’. Het aardse kenmerkt zich al gauw door giga-conflicten en dreigende armageddons. Het staat haaks op benadering á la Tao waarin alles in beweging is en het (over)levenskunst is om mee te gaan met die bewegingen. Moraal: zie het gevaar in van de vooringenomen houding dat alles alleen ter consumptie dient zonder rekening te houden met de gevolgen van dit gedrag voor toekomstige generaties. De voetnoot in paragraaf 2 (Uitspraken van Balkenende hadden alleen in eigen kring weerklank, elders overtuigde het weinigen) kan beter achterwege blijven, zo wordt opgemerkt. Tevens wordt de film ‘ When the gods went crazy’ aangeraden.

 

Paragraaf 3 en 4. De kennisproductie neemt grote proporties aan maar of de kwaliteit ervan dat ook doet, kan betwijfeld worden. Het kunnen doen van correcte voorspellingen is het kenmerk van het wetenschappelijke bedrijf. In ieder geval is het nodig dat de (tegenwoordig) veel grotere hoeveelheid kennisproductie een ‘raffinageproces’ moet doormaken om tot direct toepasbare kennis/kunde te geraken (vgl. wikipedia-pagina’s die net als lemma van encyclopedieën en lexicons, kennis resumeert tot een behapbare kern); met een verwijzing naar een webartikel waarin betoogd wordt dat de groei van kennis alleen geëvenaard wordt door de groei van onwetendheid (van die kennis).[2] Ook de veronderstelling dat grotere aantallen studenten op hogere onderwijsniveaus de kwaliteit zou doen dalen is in deze vergadering aan de orde geweest. Statistisch is dat zo, voor zover allocatie vroeger ertoe leidde dat alléén de beteren naar het hoger onderwijs zouden zijn gegaan. Omdat de allocatie sterk (sociale) klasse-gestuurd was, hoeft dat niet noodzakelijkerwijs waar te zijn geweest.

Nieuwe technologie zorgt niet alleen voor nieuwe functies, ook voor nieuwe functionaliteiten in de samenleving. Dat er een nut en noodzaak tot verdere kennisontwikkeling bestaat is duidelijk maar daarbij is ook of juist het dóen belangrijker dan de reden ervoor. Toch blijft het een merkwaardige zaak dat de ingenieur vooralsnog minder verdient dan de jurist of de econoom. De algemene regel lijkt te zijn dat een ingenieur na zijn 40e moet overstappen naar managementfuncties.

Tot slot geeft een van de aanwezigen nog twee websites mee: www.bjernv.dds.nl/FUNDS.html waar mn. onderzoeksmiddelen te vinden zijn en www.ert.be, de website van de European Round Table of Industrialists (het samenwerkingsverband van de industriële multinationals van Europese origine). Deze laatste groep zou wel eens belangstelling kunnen hebben voor de inzichten in het besproken stuk over de opleiding voor ingenieur in de 21e eeuw.

 

Het voorgaande betreft vooral suggesties, aanvullingen, kanttekeningen en zij-gedachten, zo constateert de vergadering incl. Ronald. Het leidt derhalve niet zo zeer tot een ‘repliek’ maar juist een woord van dank.

 

De vergadering dankt Ronald van Gent voor zijn tijd en bereidheid om het stuk te bespreken, en heeft een kleine attentie paraat ten afscheid.

 

 

 

                17/3        Staat van het onderwijs 2011.

 In vervolg op de eerdere discussie n.a.v. het Inspectierapport, zijn er nog een paar stellingen die onder de loep genomen worden. In reactie op de actuele ontwikkelingen stelt de vergadering dat staatssecretaris Zijlstra een zelfvervullende profetie organiseert door de bachelor-opleiding algemeen te maken omdat de student ‘niet weet wat-ie wil’. SBKV (studie- en beroepskeuzevoorlichting) vindt plaats vanaf de vierde klas. Een essentiële voorwaarde is een gemotiveerde docent die duidelijk maakt dat het niet zo zeer een kwestie van ‘kiezen’ is maar een kwestie van ‘waar maken’ om aan te geven dat bij elke keuze er hard gewerkt moet worden.

Resteren Discussiestellingen bij: Over het hoger onderwijs:

3..Er bestaat in het hoger onderwijs geen inhoudelijke kwaliteitscontrole, waarin onder meer op creativiteit wordt getoetst

4.. Leraren moeten worden geselecteerd op intrinsieke motivatie en enthousiasme.

5.. Om de kwaliteitscontrole van het onderwijs te verbeteren moeten ALLE docenten permanent bijgeschoold worden. Dit kost 20% van Hun werktijd

6.. Bijscholing onder meer in leren van Best Practices, van voorbeelden uit het buitenland, van nieuwe technologische hulpmiddelen (software, zoekprocedures, referentiekaders) moeten permanent onderwezen worden.

7.. Hoogbegaafde leerlingen aan de ene staart van de Bell-curve hebben ook aanpassingsproblemen, net ALS de laagbegaafde leerlingen aan de andere staart van de Bell-curve

8..Het is niet alleen goed voor hoogbegaafde leerlingen zelf, maar ook voor de samenleving als geheel om hoogbegaafde leerlingen volledig tot ontwikkeling te laten komen

Naast de vakstudie moet er een mogelijkheid zijn, zo meent de vergadering om iets te ontwikkelen waar je naar toe wilt. De universiteit van Kiehl bijvoorbeeld biedt en 4-jarige bachelor. Naast het hoofdvak is het daar de bedoeling dat er ook een markant bijvak gedaan wordt in een andere faculteit. Daarbij wordt dan de systematische vraag gesteld: wat had je er aan? Het gevolg is dat 25% omzwaait en die nieuwe studie afmaakt. Vergelijk assessment voor geschiktheid en selectie hiermee; het Duitse leger testte spionnen op deze manier.

Op de TV-Buitenhof was er een fragment over de perspectieven van beta-wetenschappen en ontwikkelingsonderzoek. Daarin kwam naar voren dat hoog- en laagbegaafden zeer individueel verschillende ontwikkelpaden hadden. Zo zeer verschillend dat het maar de vraag was of hoogbegaafdheid wel bestond. Indien ja, dan moet met hersenonderzoek verder gekeken worden waar dan de aangrijpingspunten zitten voor ontwikkeling en benutting van de betreffende vaardigheden. Mn. schijnen ‘ankers’ oftewel interessepunten doorslaggevend voor de manifestatie en ontwikkeling van de talenten.

 

Ten aanzien van de stellingen, spreekt de vergadering uit dat Stellingen 3 en 4 discussie behoeven, stellingen 5 en 6 afgewezen worden en stellingen 7 en 8 de volgende keer aan de orde zijn.

                28/1        Staat van het onderwijs 2011.

 Onder verwijzing naar het verslag, heeft de vergadering ingestemd met de onderwijsstelling 1: 

 

Iedereen kent de metafoor van het half volle en half lege glas, dat gezegd zijnde spreekt de vergadering uit:

constaterende dat

-          het met eenderde tot een kwart van het onderwijs dermate slecht gesteld is op het gebied van kwaliteit van opleidingen, docenten, examens, bestuurlijk en bedrijfsvoerend vermogen, financiële positie,

-          er talloze goede elementen te onderkennen zijn in het onderwijssysteem en aan het stelsel ;

dat overwegende,

-          kwaliteit  het kerndoel van het onderwijssysteem en de -inzet moet zijn

adviserende dat:

-          een plan  noodzakelijk is om de goede elementen over de hele breedte van het onderwijs ingang te doen vinden;

-          extra financiële middelen noodzakelijk zijn om de beschikbare kennis, know how en onderwijsresources effectief in te zetten om die kwaliteitsambitie waar te maken.

en vervolgt de vergadering.

Daarna spreekt de vergadering haar goedkeuring uit over de stellingen 2 en 3. Daarbij wordt bij stelling 3 de opmerking gemaakt de vergelijking met vroeger achterwege te laten.   Veeleer wenst de vergadering een prikkel of element in de stelling die aanzet tot systematische herijking van wat leerlingen moeten kennen en kunnen voor de toekomst.

Stelling 2

De inspectierapportage over de verschillende velden verschillen van elkaar waardoor een onhelder beeld ontstaat over de totaalbeoordeling. Zo ontbreekt in de HO-sectie zaken die elders uitvoerig aan de orde waren bij bijv de mbo-sector BVE (kwaliteit bedrijfsvoering instellingen).De volgende keer:

- basisopbouw van alle hoofdstukken onderwijsvelden gelijk;

- veldunieke invalshoeken zijn dan separaat te behandelen.

Stelling 3 

De Inspectie ziet toe op de kwaliteit van het onderwijs. Het verslag laat zien dat deze taak slechts minimaal vervult wordt: beperkt tot de formalia van het naleven van regelgeving. Het ontbreekt aan een kwaliteitsoordeel of de leerlingen wel de goede dingen leren; het goede voor de toekomst en toekomstbestendig.

Achtereenvolgens spreekt de vergadering zich uit over de HO-stellingen.

HO nr. 1:  Hoe meer leerlingen het hoger onderwijs bezoeken, des  te lager zal het niveau van dat hoger onderwijs worden. ( Volg de Bell-curve)

De vergadering acht de redenering theoretisch correct doch vanuit de praktijk is er een bezwaar aan te voeren. Bernard verwijst naar Kansen op Onderwijs (Van Walstjn, 1975) waaruit blijkt dat de toenmalige deelname aan de verschillende onderwijsniveaus vooral een klasse-aangelegenheid was; kinderen uit de hogere klasse gingen voor 80-90% naar het hoger onderwijs, die van de lagere klasse voor 70-80% naar lagere (beroeps-) opleidingen (de secretaris zal de verwijzing op de mail zetten). Anno nu is (CBS-bericht) die klasse-binding beduidend minder en gaan er wel meer leerlingen naar het ho maar dat zijn dan ook de leerlingen die daar het talent voor hebben. Vroeger vulden de niet-getalenteerden (uit de hoge sociale klasse) de ho-klassen en behaalden het diploma; met alle gevolgen voor niveau en kwaliteit van de afgestudeerden. De vergadering meent dat motivatie een belangrijke rol speelt; wil de student zelf of 'zit men de rit uit'. In het laatste geval zorgde de welstand van de ouders ervoor dat het toch een 'goed leven' werd zonder dat de student zijn best deed.

HO nr. 2: Leerlingen die meer tijd gebruiken voor de afronding van hun hoger onderwijs dan de voorgeschreven tijd, kosten de belastingbetaler nauwelijks meer en hebben een productiever leven.

De vergadering heeft niet veel tijd of discussie nodig om de gedeelde mening te komen dat studenten de tijd moeten hebben om naast hun studie activiteiten te ontplooien, vaardigheden op te doen en zich te ontwikkelen. Anders gezegd: de snelste studiedoorlooptijd is niet automatisch de beste doorlooptijd. De sturing op het onderwijsproces is iets heel anders dan spreekwoordelijk de sturing op de productie van gloeilampjes. 

 

Over de stellingen 3 en verder besluit de vergadering de volgende keer te spreken, net als (b) de energiestukken en vervolgt met de aanzet voor (c) de Europa-bespreking.

 

 

Onderzoek

 

 

Regionaal beleid

 

 

Vervoer en energie

 

 

Visserij en maritieme zaken

 

 

Werkgelegenheid .soc.zaken & gelijke kansen

 


 

Organisatorisch

(alfabetische volgorde)

 

Elke vergadering: rondje platformen, regio’s enz.

Binnen de partij is het nuttig om zicht te houden op elkaars activiteiten en initiatieven. Elke vergadering is ‘Rondjes’  een vast agendapunt. Dan wordt in de groep nagegaan wat bekend is van de activiteiten van andere platformen, van de regio’s en van (aanwezige) afdelingen. Tevens wordt in gegaan op belangwekkende nationale ontwikkelingen (en Europese).

Veelal is er een kleine voorbereiding geweest via een internetscan door de secretaris via het onderstaande lijstje.

 

Overige platformen van D66 leveren mooie dingen, wat betekent dat voor het NAP?

 

URL: pm

 

Regio’s van D66 leveren mooie dingen, wat betekent dat voor het NAP?

 

Regio’s
Bijeenkomst/actie?

Opmerkingen?

  1. www.d66drenthe.nl

 

 

  1. www.d66flevoland.nl

 

 

  1. www.d66fryslan.nl

 

 

  1. www.d66gelderland.nl

 

 

  1. www.d66groningen.nl

 

 

  1. www.d66limburg.nl

 

 

  1. www.d66noordbrabant.nl

 

 

  1. www.d66noordholland.nl

 

 

  1. www.d66overijssel.nl

 

 

  1. www.d66regioutrecht.nl/

 

 

  1. www.d66zeeland.nl

 

 

  1. www.d66zuidholland.nl

 

 

Afdelingen

http://www.d66.nl/listcontrol/?page=list&change_list=1

 

Moois van D66 (www.d66.nl) en van Sophie www.sophieintveld.nl

 

Moois uit de EU

DG-lijstje zie http://www.europa.eu.int/comm/dgs_nl.htm

1

Belastingen en douane-unie www.europa.eu.int/comm/dgs/taxation_customs/index_nl.htm

 

2

Economische en financiële zaken www.europa.eu.int/comm/dgs/economy_finance/index_en.htm

 

3

Gemeenschappelijk centrum voor onderzoek www.jrc.cec.eu.int/

 

4

Gezondheid en consumentenbescherming www.europa.eu.int/comm/dgs/health_consumer/index_en.htm

 

5

Informatiemaatschappij en media www.europa.eu.int/comm/dgs/information_society/index_en.htm

 

6

Interne markt en diensten www.europa.eu.int/comm/dgs/internal_market/index.htm

 

7

Justitie, vrijheid en veiligheid www.europa.eu.int/comm/dgs/justice_home/index_en.htm

 

8

Landbouw en plattelandsontwikkeling www.europa.eu.int/comm/dgs/agriculture/index_nl.htm

 

9

Mededinging www.europa.eu.int/comm/dgs/competition/index_nl.htm

 

0

Milieu www.europa.eu.int/comm/dgs/environment/index_nl.htm

 

1

Ondernemingen en industrie www.europa.eu.int/comm/dgs/enterprise/index_nl.htm

 

2

Onderwijs en cultuur www.europa.eu.int/comm/dgs/education_culture/index_nl.htm

 

3

Onderzoek www.europa.eu.int/comm/dgs/research/index_nl.html

 

4

Regionaal beleid www.europa.eu.int/comm/dgs/regional_policy/index_nl.htm

 

5

Vervoer en energie www.europa.eu.int/comm/dgs/energy_transport/index_nl.html

 

6

Visserij en maritieme zaken www.europa.eu.int/comm/dgs/fisheries/index_nl.htm

 

7

Werkgelegenheid, .soc.zaken&gelijke kansen www.europa.eu.int/comm/dgs/employment_social/index_en.htm

 

 

 

 

 


NAP-leden 2012

 

 

-                 Wie zijn wij

 

 

Het platform telt leden, afkomstig uit de diverse regio’s. Er is een ‘dagelijks bestuur’ dat gekozen uit het midden van het platform en bestaat uit vijf mensen. In de lijst treft u kort de basisgegevens aan van de leden.

 

 

Wij zijn alle lid van

D66.

 

 

 

De organisatie van

het platform is voorlopig in handen van vijf presiderende leden:

-          Vz: Kees Slottje; c.slottje@hccnet.nl ;

-          secr: Bernard Verlaan bjernv@dds.nl

-          vacant

-          vacant

 

Na de startbijeenkomst op 8 februari 2003, wordt een nieuw vijftal gekozen. Deze vijf leden te samen (interim) worden het bestuur of het presidium *) genoemd.

Nadat het platform een formele status krijgt, zal er een nieuw bestuur gekozen worden en treedt het interim bestuur af.

 

*) Hierover moet nog besloten worden.

 

 

(overige) leden zijn voor/van

Groningen

Verklaring van NAP-lidmaatschap   

 

 

  WIJBRANDT VAN SCHUUR

JA

 

 

Fryslân

 

 

 

 

 

 

 

Drenthe

 

 

 

(Vz: Kees Slottje;

JA

 

 

Overijssel

 

 

 

 

 

 

 

Gelderland

 

 

 

 

 

 

 

Utrecht

 

 

 

(secr: Bernard Verlaan bjernv@dds.nl )

JA

 

 

Pieter Ullersma

JA

 

 
Noord-Holland

 

 

 
 

 

 

 
Zuid-Holland

 

 

 
 

 

 

 
Zeeland

 

 

 
A HIJGENAAR

JA

 

 
Noord-Brabant

 

 

 

M.C. de Jong

JA

 

 

     Marijke Maathuis 

JA

 

 
Limburg

 

 

 
J.W. BERTENS

JA

 

 
Flevoland

 

 

 

Gerben van der Woude

JA

 

 

 

NAP vergaderingen 2012 (samenvattingen)

 

2012

Per vergadering wordt verslag uitgebracht aan de contactpersonen van de fractie van EP, EK, TK, D66-platformen en een aantal D66-regio’s.

 

24/11->8/12

Is na de verschuiving toch vervallen i.v.m. ziekte/afwezigheid van te veel leden.

20/10

Resumé. De vergadering bespreekt uitgebreid over de recente en actuele politieke gebeurtenissen; lokaal, provinciaal en landelijk. Er word uitgebreid stilgestaan bij een het Noordelijke congres (waar de rol van provincie en waerschappen aan de orde was), de rare landelijke situatie dat Prinsjesdag en de begrotingsbesprekingen gewoon doorgaan terwijl er tegelijkertijd onderhandeld wordt over een nieuwe regering en lokale perikelen.

Ten aanzien van de rol van provincie en waterschappen, meent de vergadering dat (Haagse) 'macht&moeten' achterwege dient te blijven, en toont zich bezorgd over het gebrek aan (historische) kennis als het om lokaal-regionale kwesties gaat. Afsluitend wordt er kort ingegaan op een bijdrage over arbeid.

 

Het NAP neemt met bedroefdheid kennis van het overlijden van Wijbrandt van Schuur †. Jarenlang was hij een actieve en gewaardeerde deelnemer tijdens de vele discussies in het NAP.

15/9

Resumé. De vergadering bespreekt uitgebreid de verschillende opties die na de verkiezingsuitslag mogelijk zijn, de spreektijdbegrenzing bij congressen en de positie van Sap na het Kunduz-akkoord en de verkiezingsuitslag.

 

Het NAP neemt met bedroefdheid kennis van het overlijden van Marijke Maathuis-De Jong†. Jarenlang was zij een actieve en gewaardeerde deelnemer tijdens de vele discussies in het NAP.

7/7

Resumé. Na informatie-uitwisseling, verslagbespreking en een terugblikrondje met o.a. reflecties op Europa is er uitgebreid gesproken over de kwaliteit en deels de inhoud van het verkiezingsprogramma. De vergadering is niet lovend over het te dikke stuk dat nota bene een deugdelijke financiële paragraaf ontbeert.

9/6

Resumé. Na informatie-uitwisseling, verslagbespreking en een terugblikrondje met o.a. reflecties op activiteiten van de Van Mierlo-Stichting en mogelijke tips voor het verkiezingsprogramma, is er gesproeken over het Kunduz-akkoord. De vergadering oordeelt mild. Het laat zien dat een brede samenwerking mogelijk is, incl. een redelijke verdeling van lasten over de burgerij. Afsluitend werden de laatste stellingen n.a.v. de Staat van het Onderwijs onder de hamer gebracht.

28/4

Resumé. Na informatie-uitwisseling, verslagbespreking en een terugblikrondje afdelingen wordt de gehele vergadering besteed aan een geanimeerde en wederzijds gewaardeerde bespreking van het ingebrachte stuk 'Opleiding tot ingenieur voor de 21e eeuw' in aanwezigheid van Ronald van Gent, één van de auteurs. Het stuk behandelt 'wat de ingenieur' moet kennen en kunnen terwijl het Inspectierapport zich beperkte tot checks op vorm en formalia.

17/3

Resumé: na informatieuitwisseling en verslagbespreking is de vergadering ingegaan op de crisi, n.a.v. de publicatie 'Europa in crisis' (CPB/Teulings) en concludeert dat er geen toezicht meer is op de publiek gedelegeerde middelen en besluit op een later moment op het onderwerp terug te komen omdat er ook nog andere agendapunen behandeld moesten worden, zoals de terugblik op de politiek op de verschillende bestuurlijke niveaus (van provincie tot europa) en nog enkele stellingen n.a.v. de Staat van het onderwijs.

28/1

Na informatieuitswisseling, tegrugblik op de recente politieke gebeurtenissen lokaal/regionaal/provinciaal/nationaal/Europees bespreekt de vergadering de enkele hoofdstukken van de Staat van het Onderwijs (het rapport van de ondewijsinstpectie) en wisselt eerste, algemene indrukken het CPB-rapport 'Europa in crisis' en de doorgestuurde "samenvatting" aan de hand van bullet points.

 

 


 

 

Terug naar hoofdpagina Nationaal Advies Platform

 



[1] De vergadering heeft een aantal malen ter zijde over hoogbegaafdheid gesproken. Het eigentijdse inzicht gaat meer in op het gegeven dat er veel soorten begaafdheid zijn en dat het eigenlijk meer een zaak van een combinatie van interesse, motivatie en oefening (veel gehoord: 40.000 uur, als beeldspraak te interpreteren).

[2]  Tkn www.bjernv.dds.nl/2005.html Upon the ‘Growth of Knowledge’, and ‘of Ignorance’ (28-12-2005)