Terug naar hoofdpagina Nationaal Advies Platform

 

 

 

 

 

 

 

Resultaten

Nationaal Advies Platform 2004

D66

 

 

 

Woord vooraf

 

Het platform beoogt opiniërende, richtinggevende uitspraken en adviezen van D66-leden van de regio’s, aan de vertegenwoordigers van D66 in alle relevante geledingen en hoedanigheden. Onderstaande resultaten in de vorm van overwegingen, oproepen, adviezen en vragen, zoals naar voren gekomen in openbare, plenaire, inhoudelijke, politieke discussies.

(Bijgewerkt t/m december 2004, excl.nov.)

 

 

 

Inhoudsopgave

(Alfabetische volgorde)

 

 

Voorwoord  3

Politiek. 4

Algemeen. 4

17/1                 Kroonjuwelen. 4

17/ 1                Prioriteiten (congres Maastricht) 4

24/4                 Salariëring bewindspersonen. 4

Binnenlands bestuur 5

17/1                 Politieke partijen zonder kandidaat bij de burgemeestersverkiezingen in 2006. 5

11/9                 Democratisering van pensioenfondsen. 5

Buitenlands beleid. 5

11/12                EU/Cyprus. 5

11/12                EU/Turkije. 5

11/12               Toekomst van Europa. 6

Defensie. 7

17/1                 Defensiepolitiek en buitenlands beleid en Peace keeping. 7

Gezondheidszorg. 7

28/2                 Obesitas. 7

11/9                 Obesitas-II 8

Justitie. 9

17/1                 Kooi en “schandpaal” onaanvaardaar 9

24/4                 Cana bis. 9

11/9                 Leeftijdsdiscriminatie. 10

Landbouw, Natuurbeheer, Visserij 10

24/4                 Waddenzee. 10

Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. 11

11/9                 woonruimte voor senioren. 11

Organisatorisch. 12

28/2                 Fora en werkgroepen NAP. 12

NAP-leden 2004  13

NAP vergaderingen 2006 (samenvattingen) 14

 

 

NB    Het overzicht van de resultaten van 2003 zijn te vinden in:

Resultaten Nationaal Advies Platform (Cumulatief 2003)


 

Voorwoord

 

Uit de diverse regio’s in het land willen een aantal mensen de partij een eigentijds reglementair discussieplatform bieden met een landelijke, representatieve en vrijdenkende discussiefunctie vanuit de regio’s voor het opstellen van gevraagde en ongevraagde adviezen en het toetsen van meningen.

 

Van de diverse vergaderingen in 2004 is verslag gemaakt en elk verslag is ter kennis name gebracht van het LB en de D66-leden van de Eerste Kamer, Tweede Kamer en het Europese Parlement. Als naslagwerk zijn de adviezen samengebracht in dit document. Dank voor de inzet van alle platformleden om het onderstaande mogelijk te maken. Het platform startte op 8 februari 2003 et 18 leden, telde in 2004: 31 leden.

 

Meer informatie en actuele informatie over het Nationaal Advies Platform D66 is aan te treffen op de webpagina van het platform: www.bjernv.dds.nl/platform.html.

 

Groet,

Bernard Verlaan

Secretaris (a.i.)

 

 


 

Politiek

(alfabetische volgorde)

 

Algemeen

 

17/1     Kroonjuwelen

De "kroonjuwelen" van D66 (gekozen minister-president, gekozen  burgemeester, herziening van het kiesstelsel in de richting van een districtenstelsel, referendum) brengen de burger niet dichter bij het bestuur. De eerste drie genoemde "juwelen" brengen de burger alleen dichter  bij de bestuurDERS, het laatstgenoemde "juweel" kan -- naar Californisch  voorbeeld -- zelfs gevaar opleveren voor de consistentie van het bestuur.

De discussie leidde wel tot diverse overwegingen dat:

·        het niet realistisch is om alles in één keer te realiseren of erg zwaar op kroonjuwelen in te zetten,

·        het beter is om lokale issues gespreid naar voren te laten komen en algemeen ‘bestuur’ ter discussie te stellen;

·        D66 een stroming is die op komt voor het herwegen door de burger van het bestuur, met betrokkenheid van de burger als doel, in plaats van een partij die “opgeheven kan worden” als kroonjuwelen gerealiseerd zijn;

en een advies van het discussieplatform als uitkomst van de discussie aan de vertegenwoordigers van D66 in alle relevante geledingen en hoedanigheden dat D66 zich zou moeten uitspreken

·        Geen accent te leggen op kroonjuwelen maar wel op ‘bestuur’ in het algemeen ter herwegen door de burger;

en gaat over tot het volgende agendapunt.

 

 

 

17/ 1    Prioriteiten (congres Maastricht)

Tijdens het  congres in Maastricht werd via pingpongballetjes gepeild welke kwesties de bezoekers van groot belang achten. Pechtold heeft mede naar aanleiding van de uitslag opgeroepen om activiteiten rond deze thema’s te organiseren. Het gaat om de volgende zaken (met vermelding van het percentage uitgebrachte stemmen): kenniseconomie 33.8 %;duurzame ontwikkeling 26.1 %; veiligheid en handhaving 24.2 %; internationale economische ontwikkelingen 6.8 %; werkgelegenheid en sociale voorzieningen  4.8 %;nationale identiteit  4.3 %. Over het eerste thema heeft het platform al op 23/09/03 gesproken.

 

Naar aanleiding van het rijtje wordt opgemerkt:

-         er moet uitgegaan worden van ‘Quality of life as precondition for society’; m.a.w. er moet een stap voorbíj de economie gezet worden. Voorts schuilt in de aandacht voor de kenniseconomie ook het gevaar van een tweedeling: wél een versnelling aan de top van de arbeidsmarkt (voor de kenniswerkers) maar niet aan de staart; voor de niet-kenniswerkers die dan tot “afval van de kenniseconomie” zouden worden. M.a.w. te veel aandacht voor de markteconomie leidt tot te weinig aandacht voor de sociale en kwalitatieve kant van de kwestie.

-         Er moet uitgegaan worden van EU-identiteit i.p.v. nationale indentiteit.

 

24/4     Salariëring bewindspersonen

Horende de discussie en constaterende dat:

onder verwijzing naar de aanbevelingen van Dijkstal c.s. omdat de salariëring van Nederlandse bewindspersonen lager is dan die van hun hoogste ambtenaren en aanzienlijk lager dan in ons omringende landen en vooral veel lager dan in vergelijkbare functies in het bedrijfsleven, de vrees bestaat dat daardoor Nederland niet de topkwaliteit aan bezetting van kabinetsfuncties zal kunnen krijgen;

overwegende dat:

-        de aard van het werk van bewindspersonen is zodanig anders dan die van de ambtelijke top, dat er geen direct verband van de salariëring van bewindspersonen met de ambtelijke top kan worden gelegd. Er is alleen sprake van een zekere oriëntatie, waarbij niet perse dat van de bewindspersonen hoger hoeft te zijn;

-        de zwaarte van de functie in Duitsland en Frankrijk is (veel) hoger, zodat salarisverschil gerechtvaardigd is;

-        de eisen die worden gesteld aan topfuncties in het bedrijfsleven en de aard van de omgeving waarin die moeten worden uitgeoefend zeer verschillend zijn van die van bewindspersonen. De beoordelingscriteria van beloningen in het bedrijfsleven zijn te eenzijdig gericht op verhoging van de beloning en is discutabel gebleken;

-        het handhaven van de salarissen van bewindspersonen is, niet alleen wegens de huidige bezuinigingen bij de overheid, een juiste gang van zaken;

adviseert het discussieplatform als uitkomst van de discussie aan de vertegenwoordigers van D66 in alle relevante geledingen en hoedanigheden;

-        De aanbevelingen van Dijkstal c.s. af te wijzen;

-        stelling te nemen tegen onzorgvuldige vergelijkingen en redenaties over salarissen van werknemers in Nederland (bewindslieden incluis) met die van hetzij “Verweggiestan”-landen, hetzij supermogendheden;

-        te bepleiten dat een kennisland zoals Nederland alleen nota neemt van onafhankelijke, internationale benchmarks die aan de hoogste methodologische onderzoeksstandaarden voldoen, van internationaal vooraanstaande (niet-Nederlandse) onderzoeksorganisaties;

en gaat over tot het volgende agendapunt.

 

Binnenlands bestuur

17/1     Politieke partijen zonder kandidaat bij de burgemeestersverkiezingen in 2006

De gemeenteraadsverkiezingen van 2006 zullen worden overschaduwd door de eerste directe burgemeestersverkiezingen. Politieke partijen die bij deze  burgemeestersverkiezingen geen eigen kandidaat hebben zullen het in de publieke beeldvorming afleggen tegen politieke partijen die wel een eigen kandidaat hebben.

Op dit punt was er minder discussie, eerder een gedeelde inschatting/verwachting;

·        geherformuleerd tot een stelling of D66 in zo veel gemeentes een kandidaat moesten hebben, werd overwegend instemmend gereageerd omdat het ook actieve D66’ers op lokaal niveau zou uitdagen om D66 te profileren;

en gaat over tot het volgende agendapunt

 

11/9  Democratisering van pensioenfondsen

(N.a.v. inbreng Seniorenplatform)

Constaterende dat,

-         in de besturen van de Pensioenfondsen geen gepensioneerden zitting hebben;

overwegende dat;

-         daardoor de direct belanghebbenden nu geen zeggenschap hebben in die besturen;

adviseert het discussieplatform als uitkomst van de discussie aan de vertegenwoordigers van D66 in alle relevante geledingen en hoedanigheden; stelling te nemen vóór ingrijpen van de Nederlandse regering nationaal en via de EU, door:

-          het invoeren van een wettelijke bepaling, waardoor een proportioneel deel van de bevolking in de pensioengerechtigde leeftijd deel uit maakt van pensioenfondsbeherende besturen;

en gaat over tot het volgende agendapunt.

 

 

Buitenlands beleid

 

11/12          EU/Cyprus

Constaterende dat:

De EU is in de eerste plaats een vrede en veiligheidszone van democratische staten;

Overwegende dat:

-       Binnen de EU het wederzijds erkennen van alle lidstaten en kandidaat-lidstaten een basis voorwaarde is;

-       Dat Cyprus dreigt (terecht) de beslissing tot openen van onderhandelingen met Turkije met een veto te treffen;

-       Dat de EU moet een lidstaat (Cyprus) niet in die positie dwingen;

adviseert het discussieplatform als uitkomst van de discussie aan de vertegenwoordigers van D66 in alle relevante geledingen en hoedanigheden dat zij de positie innemen dat:

de EU moet als, voorwaarde voor het openen van onderhandelingen met Turkije over toetreding, verlangen dat Turkije Cyprus erkent;

en gaat over tot het volgende agendapunt.

 

11/12         EU/Turkije

Constaterende dat

-         De huidige discussie over het lidmaatschap van Turkije eenzijdig in het licht staat van ca 40 jaar geleden gedane toezeggingen die direct verband hadden met de toen heersende Koude Oorlog, i.h.b. de militair-strategische positie van Turkije aan de zuidflank van de Sovjet Unie;

-         Deze oude toezeggingen niet gestoeld waren op culturele en historische verwantschapsoverwegingen

-         Met het einde van de Koude Oorlog er een volstrekt nieuwe situatie is ontstaan waardoor de oude toezeggingen in een nieuwe context geïnterpreteerd moeten worden,

Overwegende dat

-         De positie van Turkije tussen Europa en klein Azië is van grote geopolitieke betekenis;

-         Daarin zou er, naast de EU, een Unie moeten worden gevormd van staten in het nabije oosten. Daarin zou Turkije een voortrekkersrol kunnen, spelen, juist omdat het een seculiere staat is met een overwegend islamitische bevolking en de ambitie een moderne maatschappij met gegarandeerde mensenrechten te zijn. Turkije zou de bestaande economische banden met Israël en Jordanië als start van een economische unie kunnen uitbouwen en daarbij Libanon en Egypte betrekken. Daar zou zo spoedig mogelijk ook een Palestijnse staat toe moeten gaan behoren. Vanuit erkende nationale identiteiten en sterke economische banden zou zo een gezamenlijke vrede- en veiligheidszone in het Midden Oosten dienen te ontstaan; vergelijkbaar met de start van de EU.

-         Een ‘alleingang’ van Turkije als EU-lid zal zowel de ontwikkeling van de EU doen stagneren, als de vredeskansen in het nabije oosten op grond van gezamenlijk economisch belang;

Adviseert het discussieplatform als uitkomst van de discussie aan de vertegenwoordigers van D66 in alle relevante geledingen en hoedanigheden; de stelling te nemen dat

-       De EU bij het openen van onderhandelingen met Turkije over de toekomstige relatie met de Europese Unie niet het lidmaatschap van de EU als doel moet stellen, maar die beperken tot opneming in een Europese vrijhandelszone en de Raad van Europa.

-       De EU moet er op aan sturen dat Turkije de kern gaat vormen van een "Levantijnse Unie", een economische en politieke unie in het nabije oosten, een vrede- en veiligheidszone van Turkije, Libanon , Israël, Jordanië en Egypte.

En gaat over tot het volgende agendapunt.

 

11/12         Toekomst van Europa

(uit het verslag11/12/04; alsnog toegevoegd aan NAPresult. 12/4/2006)

Context; het NAP heeft besloten een agendastellende, lange termijn beleidsnotities op te stellen. Tijdens de vorige vergadering is de “D66-missie” aan de orde geweest. Dit maal wordt de toekomst van Europa besproken aan de hand van de CPB-studie ‘Four Futures of Europe’ (2003). Dat grote geheel  –Europa– bepaalt in grote lijnen de bandbreedte van de politieke keuzes op landelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau. De vraag is: wat wil D66 met, mee of binnen Europa? Wat voor een Europa wil D66?

Samenvatting CPB-rapport. Het CPB rapport ‘Four Futures for Europa’ suggereert dat de toekomst afhangt van de keuzes op twee kwesties:

-   Internationale samenwerking versus nationale soevereiniteit; hoe ontwikkelt zich de internationale samenwerking (de mate waarin naties bereid en vaardig zijn om samen te werken met grote internationale organisaties zoals een WTO en een EU):

-   Publieke versus private verantwoordelijkheden; hoe ontwikkelen zich de nationale instituties (de mate waarin zij de veranderende mix van publieke en private verantwoordelijkheden kunnen hanteren).

De CPB-verkenning komt hiermee tot vier scenario’s voor de toekomst: Sterk Europa; Regionale gemeenschappen; Global Economy; Transatlantische markt. In schema:

 

International cooperation

 

 

 

 

Public responsibilities

A

Strong

Europe

 

D

Global

economy

 

 

 

 

Private responsibilities

 

Regional community

B

 

Transatlantic market

C

 

National souvereignty

 

Voor een meer uitgebreide samenvatting; zie bijlage agenda 11/12/04 of website van het CPB: http://www.cpb.nl/nl/pub/bijzonder/49/

 

Discussie: Voor ligt de kernvraag: welk Europa wil D66? En waarom? De vergadering merkt constaterende op dat het vraagstuk van welvaartsverdeling nauwelijks in het CPB-stuk naar voren komt, alleen bij ‘Strong Europe’ en overwegende, dat bij het vraagstuk publiek-privaat de verkenning miskent dat er bepaalde zaken zijn die zich er juist NIET lenen voor een private aanpak. Het stuk probeert iets tot één benadering te ordenen wat in wezen chaos is en wellicht ook chaos moet zijn; voor de economie zal een Global Market benadering de meest verstandige keuze zijn, voor defensie Strong Europe enz.

Het Europa van de toekomst zal bijv. cultureel een geweldig mengsel zijn van culturen waarbij het karakter van de EU -een netwerkstaat- geheel anders is dan dat van de V.S. en dus is ‘Regional Community’ de keuze die recht doet aan die verscheidenheid. Het stuk mist ook de effecten van voorspelbare ontwikkelingen (demografie, cultuurverschillen) en de toepassing van het subsidiariteitsbeginsel (geen zaken bovennationaal regelen als die (beter) nationaal geregeld kunnen worden) binnen de EU. De vraag zal m.n. zijn hoe hard Europa zich achter de idealen van de westerse democratie zal opstellen; ken je culturele, historische relaties als netwerkstatenbond en ga daarvoor: de machtsvraag daarbij zal fundamenteler blijken dan onderhandelingsneiging! De culturele waarden van Europa (de “rechten” vrijheid en gelijkheid, en de “plicht” tot broederschap), zijn onderbelicht in de verkenning. De algehele keuze voor een ‘sterk Europa’ lijkt overigens wel een optie, gelet het artikel van King (Tony Blair’s Science Adviser) in Nature van 15 juli 2004

 

(pm  Het artikel van King toont de bijdrage van de (15) EU-landen t.o.v. de V.S; “15 countries of the pre-enlargement EU represented 37.12 per cent of all scientific publications, putting it ahead of its American competitors.”(http://ica.cordis.lu/search/index.cfm?fuseaction=news.simpledocument&N_RCN=22331&CFID=1490703&CFTOKEN=67826729 ))

 

De vergadering spreekt adviserende uit om te streven naar een stabiel en samenhangend Europa waarbij vervolgens, naar keuze, voor de verschillende beleidsterreinen en agendapunten verschillende scenario’s na te streven zijn; voor de economie de Global Market, voor de defensie een Strong Europe en voor cultuur dat van Regional Communities enz. In het toekomstige Europa moet er hárd gekozen worden voor de westerse democratische idealen, voor welvaartsverdeling (sociaal-liberaal en níet aso-liberaal).

 

 

 

Defensie

 

17/1     Defensiepolitiek en buitenlands beleid en Peace keeping

Inleiding Stellingen 3 en 2 (de stelling 3 heeft twee delen, A en B) en de stelling 2 (wordt hierna C genoemd) worden samen behandeld vanwege de gerelateerde problematiek)

              Sedert het einde van de koude oorlog, is de doelstelling van het defensie beleid weggevallen en nog niet door een nieuw beleid vervangen. Er is in het afgelopen decennium drastisch bezuinigd met de kaasschaaf, vooral op de Landmacht. Vooral om aanvaarding daarvan in de krijgsmacht te bevorderen heeft de Landmacht de Luchtmobiele brigade gekregen. De Luchtmacht heeft de JSF gekregen, vooral wegens de verwachtte compensatieorders. En de marine lijkt nu met kruisraketten uitgeruste fregatten te gaan krijgen.

Het Nederlandse defensiebeleid staat nu op een splitsing van wegen: willen we A of B? En hoe zit het met C? Keuze A of B heeft verstrekkende politiek-strategische betekenis, zowel voor het defensiebeleid als het Buitenlands beleid. Het Advies is van belang voor de Tweede Kamerfractie en de Programmacommissie.

 

A. Nederland moet zorgen een kleine, maar slagvaardige krijgsmacht te onderhouden, die in staat is feitelijke gevechtsacties succesvol uit te kunnen voeren (dus “hoog in het geweldsspectrum”) , met daarbij een overtuigende escalatiemacht (vermogen om bij gevechtshandelingen zo nodig de gevechtskracht sterk op te voeren).

Hierin past het in stand houden van de Luchtmobile brigade met gevechtshelikopters (Apaches) en de aan te schaffen geleidewapen fregatten (“kruisraketten”) en enkele squadrons F16 gevechtsvliegtuigen en de toekomstige aanschaf van JSF’s. Kortom: aanvalswapens. Maar ook het in stand houden van een redelijk onafhankelijke militaire inlichtingendienst, die technisch goed uitgerust is (uitluister en analysecapaciteit op onderzeeboot en fregat), om een eigen basis voor besluitvorming te hebben. Dus accent van inzet op kwalitatief hoogwaardige wapens met relatief weinig mankracht; zoals de beperkte nucleaire capaciteit die Nederland destijds een stem gaf in de Nuclear Planning Group van de NATO, zo kan Nederland ook een stem verwerven door beperkte, slagvaardige krijgsmacht die ook hoog in het geweldsspectrum kan en mag opereren.

 

Of:          B. Nederland moet zorgen een krijgsmacht aan te houden, die vooral geschikt is voor het nawerk van internationale conflicten: vredeshandhaving, laag in het “geweldsspectrum” en voornamelijk humanitaire hulpverlening en ontwikkelingsondersteuning. Hierbij past een goed uitgeruste genie, veldhospitalen, politietroepen en relatief veel mankracht met vooral (zelf)verdedigingswapens voor een laag geweldsniveau. Dit past bij de intuïtieve politieke neigingen die er toe leiden dat Nederland met 0,8% BNP bovengemiddeld uitgeeft aan ontwikkelingssamenwerking en tegelijkertijd onder het gemiddelde uitgeeft aan defensie-uitgaven. Het lijkt op het beleid van de Scandinavische landen. Nederland is dn geheel afhankelijk van het militair handelen van andere mogendheden (ook bij terrorismebestrijding) en mag de brokken op andere wijze trachten te lijmen.

 

Of:          C. Nederland moet niet meer deelnemen aan peace keeping of peace enforcing missies, omdat het de verantwoordelijkheid voor feitelijke militaire machtsuitoefening niet kan (wil) dragen. Nederland zou zijn verantwoordelijkheid voor de internationale verhoudingen vooral moeten richten op missies met een uitgesproken humanitair karakter

 

De discussie leidde wel tot diverse overwegingen:

·        enerzijds; leren de ervaringen bij de inzet in Irak en Screbrenica dat er geen ‘veilig gebied’ is waar de Nederlandse inzet veilig genoeg is volgens politiek-bestuurlijke overwegingen binnen (B) vredestaken (‘zero body bags’) waardoor taken hoog in het geweldsspectrum (A) uitgesloten zijn;

·        anderzijds leert de ervaring dat Nederland nauwelijks een succesvolle militaire historie heeft maar succesvol is door een pragmatische houding, m.n. wat betreft het zoeken van wederzijdse belangen (overlegcultuur) in combinatie met een geschiedenis van humanitair-idealisme (C) ;

·        daarentegen, vredestaken zouden voor “90% neer komen op materieel & logistiek” hetgeen het verschil tussen de posities B en C verkleint, daardoor ligt een dergelijk inzet binnen het beperkte Nederlandse bereik/vermogen, de veiligheidskwestie is daarmee echter niet opgelost (vergelijk: inzet onder bijv. UN-vlag met ‘nukes’ als garantie versus inzet onder NATO-vlag met “pijl-en-boog” als garantie);

en een advies van het discussieplatform als uitkomst van de discussie aan de vertegenwoordigers van D66 in alle relevante geledingen en hoedanigheden dat D66 zich zou moeten uitspreken

·        tegen deelname aan militaire missies (behoudens binnen bondgenootschappelijke verbanden NATO, EU, UN);

·        voor deelname aan missies met een uitgesproken humanitair karakter;

en gaat over tot het volgende agendapunt

 

 

Gezondheidszorg

28/2  Obesitas

Overwegende de discussie en horende dat:

·        er een groot gevaar voor obesitas uitgaat van het bestaande voedselpakket voor de Nederlandse bevolking gelet de ontwikkelingen:

1.       van de wereldbevolking lijdt nu, 2004, ca 1,1 miljard mensen (± 20%) aan ernstig overgewicht (obesitas) en ca 1 miljard aan honger. Honger, is terecht een algemeen erkend onderwerp van overheidsverantwoordelijkheid. Overgewicht wordt gezien als vooral, of geheel, een luxeprobleem dat ieder individueel moet oplossen;

·        er echter belangrijke redenen zijn voor daadwerkelijke en krachtige overheidszorg;

1.    Kosten en capaciteitsinzet in de gezondheidszorg. Het gestaag, en sterk toenemende ernstige overgewicht zal lijden tot een sterk toenemende vraag aan overheidsgezondheidszorg ( diabetes, hart- en vaatkwalen, orthopedische kwalen), zeker omdat elke 20 jaar er een verdubbeling is van het percentage mensen met ernstig overgewicht op (b.v. 1985:10% ; 2005 20%; 2025 40%, bij ongewijzigde ontwikkeling);

2.    Voedsel- en grondstoffenverspilling. Obesitas neemt het snelst toe in samenlevingen waar veel z.g.”fast food” en “junk drinks” gebruikt worden; in de afgelopen 25 jaar hebben de producenten de gehalten aan suiker, vet en zout vrijwel verdubbeld; suiker wegens de verleidelijke (verslavend werkende) smaak, vet als goedkoop vulmiddel en zout wegens de wateraantrekkende werking (goedkoop meer volume)). Allemaal te produceren via de industrie (zout, geur-, kleur-, smaakstoffen) en de overheidsgesubsidieerde landbouw en vleessector; terwijl groente en fruit níet gesubsidieerd wordt;

3.    Er is geen biologische rem op veel eten maar er is wel al een voorbeeld van een overheidsrem. De Britse overheid heft extra b.t.w. op een groot aantal voedselproducten (o.m. patat, hamburgers, chocola, pizza’s, frisdranken, boter, kaas, volle melk);

adviseert het discussieplatform als uitkomst van de discussie aan de vertegenwoordigers van D66 in alle relevante geledingen en hoedanigheden dat;

1.      de Nederlandse regering nationaal en via de EU, zou moeten ingrijpen door:

2.      de bestaande voorlichting over gezonde voeding te intensiveren;

3.      in de kwaliteitseisen aan voedselproducten maxima te stellen aan de gehalten van dik makende stoffen;

4.      een heffing te leggen op overgewicht bevorderende stoffen;

5.      de stimulering van de vleessector te beperken  en gezonde voeding/consumptie (bijv. groente en fruit) te bevorderen;

en gaat over tot het volgende agendapunt.

PM

Lees b.v. NRC , 17 feb.2004; M.Korthals: Voedingsindustrie moet aangepakt. Te dikke kinderen zijn niet schuldig aan hun eetgedrag. Hierin staan nog wat andere elementen en een pleidooi voor een op consumenten, overheid en producenten gerichte campagne ter beperking van zout- ,suiker- , en vetgehalte in voeding te voeren.

 

 

11/9  Obesitas-II

(N.a.v. inbreng Seniorenplatform)

 

Constaterende dat:

¨      de motie Slottje/Obesitas (28/2) gewag maakt van een tzunami van vetzucht die zich uitspreid over de aardbol nu ook Nederland heeft bereikt (40% van alle Nederlanders is te zwaar, een kwart daarvan is zwaarlijvig) en er veel ziekten zijn die in direct verband staan met een leefstijl als 'vraatzucht';

¨      bijvoorbeeld roken, overmatig alcoholgebruik, onbeschermde seks, te veel in de zon zitten, maar ook autorijden zonder gordel, te veel stress of te weinig slaap, eveneens ongezonde leefstijlen zijn;

¨      ongezonde leefstijlen optel- en interactie-effecten veroorzaken, waardoor op een bepaald moment in het leven, ziekte ontstaat, zoals diabetes bij overgewicht en (long)kanker bij roken;

¨      ongezonde leefstijlen vermeden kunnen worden;

¨      de gezondheidsvoorlichting de mensen in de steek laat op het terrein van onmiddellijke frustraties bij het veranderen van hun ongezonde gedrag, doordat, de gezondheidsvoorlichting geen rekening houdt met het korte termijn denken van mensen inzake hun gezondheidsgedrag en er geen rekening wordt gehouden met de frustraties, die optreden bij veranderd gezondheidsgedrag als bijvoorbeeld stoppen met roken of ophouden met te veel eten;

¨      de kosten gepaard met het behandelen van ziekten ontstaan door een ongezonde levensstijl een steeds groter aandeel van de Rijksbegroting zullen souperen bij ongewijzigd beleid of leefstijl;

 

overwegende, behoudens lichamelijke oorzaken, dat;

à        individuele zelfcontrole momenteel faalt om af te zien van ongezonde leefgewoonten en om opgewassen te zijn tegen de omgevingsinvloeden die ongezond gedrag uitlokken;

à        individuele zelfcontrole daarentegen door specifieke methoden als leren weerstand bieden tegen roken en autogene training als goede remedie bij onder andere stressverwerking, in de jeugd in opvoeding en onderwijs, aan te leren is;

à        wanneer men deze methoden aanleert in de kindertijd en vroege jeugd, er een gerede kans is, dat men in de volwassenheid op een gezonde manier met voedsel, roken  stress en andere ongezonde zaken om kan gaan;

à        het onderwijs een voorwerp is van voortdurende zorg der regering (art. 23 Grondwet) en de overheid bovendien maatregelen treft ter bevordering van de volksgezondheid (art. 22 Grondwet) en hiermede een taak heeft om te faciliteren in programma’s om kinderen en jeugdigen naar weerbaarheid tegen een ongezonde leefstijl te begeleiden;

à        voorkomen beter is dan behandelen en dat dit geldt zowel voor de toestand van de Rijksbegroting cq. de kosten voor ziekteverzekeringen voor de burger als voor de gezondheidstoestand van alle burgers;

 

adviseert het discussieplatform als uitkomst van de discussie aan de vertegenwoordigers van D66 in alle relevante geledingen en hoedanigheden;

¨      stelling te nemen vóór ingrijpen van de Nederlandse regering nationaal en via de EU, door:

1.     de bestaande voorlichting over gezonde en ongezonde leefgewoonten te intensiveren;

2.     mogelijkheden te bieden om de kwaliteit van individuele keuzes te verbeteren door mensen weerbaar te maken en te leren weerstand te bieden tegen ongezonde verleidingen;

3.     mogelijkheden te bieden om deze weerbaarheid specifiek bij kinderen en jeugdigen in onderwijs en opvoeding aan te leren;

4.     gezonde leefgewoonten te stimuleren;

5.     ongezonde leefgewoonten actief af te remmen; zie ook Motie Slottje/Obesitas;

 

en gaat over tot het volgende agendapunt.

 

Justitie

17/1     Kooi en “schandpaal” onaanvaardaar

Het plaatsen van veelplegers (van veelal kleine criminaliteit) in kooien en/of afficheren met foto als ongewenste bezoeker, zoals door sommige corpschefs, middenstanders en politice wordt bepleit c.q. overwogen, is in strijd met fundamentele rechten en vrijheden van de mens en een ontoelaatbare vorm van eigen rechter spelen.

Het is een fout antwoord op het falen van politiek, politie en justitie in formuleren en uitvoeren van een adequaat aanhoudings-, afstraffings-, nazorg- en reїntegratiebeleid.

 

De discussie leidde wel tot diverse overwegingen:

·         enerzijds; is er begrip voor de frustratie en begrijpelijke, grote ergernis van middenstanders en sommige politiechefs over de kennelijke onverbeterbaarheid van z.g veelplegers (draaideurcriminelen) en het disproportioneel grote aandeel in voor burgers hinderlijke criminaliteit; dat

-        het bij de z.g. veelplegers gaat om naar schatting ca 20.000 (met 10 of meer delicten) tot ca 60.000 ( 2 tot 10 delicten) in heel Nederland, die tezamen ca 60% van de criminaliteit vertegenwoordigen;

-        dit veelal drugsverslaafden zijn die na een straf zonder adequate nazorg en zonder voldoende middelen van bestaan, weer in hun oude circuit en oude leefstijl moeten terugvallen;

-        dan wel “uitbehandelde” psychiatrische patiënten zijn die vroeger (15 jaar geleden nog) in inrichtingen bleven wonen en tegenwoordig, zonder adequate begeleiding in de maatschappij gestuurd worden;

·         anderzijds; moet het antwoord zijn dat van een versterkte toepassing van bestaand strafrecht en verdere ontwikkeling van daarvan, voor veelplegers (gevolgd door een verplicht hulpverleningstraject en reïntegratieprogramma na de straf) en verbetering van de opvang en nazorg voor ex-psychiatrische patiënten;

·         schandpalen/kooien en andere vormen van persoonlijke en publieke stigmatisering zetten immers de deur open voor eigenrichting en mensonterende strafmethoden; een glijdende helling, beter is: inspelen op schaamtecultuur maar ook individualiseren en anti-stereotyperen;

·         de statistiek leert dat ca 50% van bijv. de winkeldiefstallen gepleegd wordt door eigen personeel, waarvoor uiteraard ook een, maar ander, oplossingsprogramma gerealiseerd moet worden

en een advies van het discussieplatform als uitkomst van de discussie aan de vertegenwoordigers van D66 in alle relevante geledingen en hoedanigheden dat D66 zich krachtig zou moeten uitspreken

·        tegen eigenrichtende schandpaalpraktijken;

·        ten gunste van oplossingen die echt werken;

en gaat over tot het volgende agendapunt.

 

24/4  Cana bis

Constaterende dat;

Het gedoogbeleid ten aanzien van Coffeeshops is zeer succesvol gebleken voor het scheiden van de markt voor softdrugs en die van harddrugs;

overwegende dat:

-         het staande beleid moet nog worden aangevuld met gedogen van aan voorwaarden gebonden teelt van cana bis-producten ten behoeve van deze coffeeshops, zodat ook de markt voor gelegaliseerde softdrugs toelevering en die van de criminele levering van cana bis-producten voor export en harddrugs wordt gescheiden;

-         hiertoe heeft de Amsterdamse gemeenteraad onlangs een manifest opgesteld en aangeboden voor steunbetuiging;

-         uit wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van cana bisgebruik blijkt dat cana bis niet verslavend is, dat lichte psychische afhankelijkheid kan optreden en dat er geen overdosis kan zijn met , bedoelde of onbedoelde dodelijke afloop;

-         recent onderzoek naar de werking van THC (cana bis) in de hersenen heeft aan het licht gebracht waardoor dit, geheel anders dan b.v. hero ine en cocai ne, geen verslaving teweeg kan brengen en waardoor er geen overdosis effect op kan treden, maar ook waardoor het een beter pijnstiller is dan opiaten en waardoor het voor ms-patiënten en spasticiteiten een gunstige werking kan hebben;

-         daarmee wordt bevestigd dat cana bis niet tot de verslavende en psychotrope stoffen behoort;

adviseert het discussieplatform in grote meerderheid dat als uitkomst van de discussie aan de vertegenwoordigers van D66 in alle relevante geledingen en hoedanigheden;

* m.n. de fractie van D66 in de Tweede Kamer :

-         in overeenstemming met het manifest van de raad van Amsterdam te streven naar een gelegaliseerde toelevering van cana bisproducten aan coffeeshop door telers die aan voorwaarden van uitsluitend leveren aan gelegaliseerde coffeeshops en kwaliteitseisen voldoen;

-         de regering op te roepen er bij de USA en bij de UN naar te streven dat het verbod van cannabis wordt opgeheven;

* m.n. de fractie in het Europarlement:

-         te streven naar een Europees gelegaliseerd beleid t.a.v. cana bis, en

-         te streven naar een oproep van de EU aan de USA en de UN het verbod op cana bis op te heffen;

en gaat over tot het volgende agendapunt.

 

PM

Informatie over resultaten van onderzoek naar de effecten en werking van cana bis o.m. op: http://nepenthes.lycaeum.org/Drugs/THC/Health/mj.physiology.htm

(tevens tip voor Donner)

 

 

11/9  Leeftijdsdiscriminatie

(concept n.a.v. inbreng Seniorenplatform)

Constaterende dat,

-         sinds 1 mei 2004 de Wet op Leeftijdsdiscriminatie van kracht is,

-         leeftijdsdiscriminatie nog steeds op andere, niet-controleerbare en nauwelijks aanvechtbare manieren tot uiting komt;

-         deze wet derhalve faalt in het tot stand brengen van een representatieve, proportionele arbeidsdeelname naar m.n. leeftijd;

overwegende dat,

-         de intentie van de Wet op de Leeftijdsdiscriminatie en algemene beginselen van verantwoord werkgeverschap dat de personele samenstelling van organisaties en ondernemingen, een representatieve afspiegeling van de bevolkingssamenstelling dient te vormen;

adviseert het discussieplatform als uitkomst van de discussie aan de vertegenwoordigers van D66 in alle relevante geledingen en hoedanigheden; stelling te nemen vóór ingrijpen van de Nederlandse regering nationaal en via de EU, door:

-         in wet of regelgeving aanvullende maatregelen te doen op nemen zodat bij werving voor personeel, sollicitanten gevrijwaard blijven van leeftijdsdiscriminatie, alsook van andere vormen van discriminerend selectief gedrag van werkgevers (geslacht, ras, seksuele geaardheid, gezondheid, uiterlijk enz.) waardoor bovengenoemde intentie en beginselen geweld worden aangedaan,

-         in de wet of regelgeving op te doen nemen, dat elk personeelsbestand uiterlijk  31-12-2006 aantoonbaar een representatieve afspiegeling is van de bevolkingssamenstelling, op straffe van een boete te storten in een scholingsfonds ten gunste van arbeidsmarktgerichte training en scholing van benadeelde, representatief ondervertegenwoordigde groepen;

en gaat over tot het volgende agendapunt.

 

 

Landbouw, Natuurbeheer, Visserij

24/4  Waddenzee

Constaterende dat:

-  Op 1 april is het rapport ‘Ruimte voor de Wadden’ van de commissie Meijer uitgekomen. Het rapport geeft naast een brede visie over de toekomst van het  Waddengebied een advies om boren naar aardgas in de Waddenzee onder strikte voorwaarden toe te staan;

-  D66 daar een expliciet standpunt over heeft, zie verkiezingsprogramma 2002-2006, punt 94 “Internationaal unieke gebieden, zoals de Waddenzee, krijgen actieve bescherming.” Dus:  níet doen;

-         Het standpunt rond de problematiek van de Waddenzee, c.q. de mogelijke activiteiten een belangrijk rol heeft gespeeld bij de besluitvorming van D66 over deelname aan het kabinet Balkenende II;

Overwegende dat:

-         Dat bij het extra congres in Rotterdam om een expliciete raadpleging van de leden omtrent de Waddenzee is gevraagd;

-         D66 een groene partij is getuige het groen logo;

adviseert het discussieplatform als uitkomst van de discussie aan de vertegenwoordigers van D66 in alle relevante geledingen en hoedanigheden;

-         zich sterk te maken voor het houden van een (extra) congres of referendum, conform de in Rotterdam bepaalde, expliciete raadpleging van de leden omtrent de Waddenzee;

-         verkiezingsbeloften te volgen en stelling te nemen tegen de uitkomsten van het rapport Meijer wat betreft de aardgasboringen en andere aanslagen op internationaal unieke natuurgebieden;

en gaat over tot het volgende agendapunt, waarbij opgemerkt zij dat een groot deel van de aanwezigen zich eveneens uitspraken voor het zo snel mogelijk beëindigen van andere schadelijke activiteiten bijv. schadelijke vormen van kokkelvisserij.

 

 

Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening

11/9  woonruimte voor senioren

(N.a.v. inbreng seniorenplatform)

constaterende dat,

-        in toenemende mate ouderen, al dan niet alleen-wonend, behoefte hebben aan een geschiktere woonruimte (kleiner, gelijkvloers, per lift bereikbaar etc.);

overwegende dat,

-        velen niet snel genoeg kunnen doorstromen naar zulk een woning;

adviseert het discussieplatform als uitkomst van de discussie aan de vertegenwoordigers van D66 in alle relevante geledingen en hoedanigheden; stelling te nemen vóór ingrijpen van de Nederlandse regering nationaal en via de EU, door:

-        het invoeren van levensloopbestendig huisvestingsbeleid dat nadrukkelijk deze doorstroming actief gaat stimuleren door het bevorderen van aanpasbare woningen, seniorenwoningen, pensions, wooncomplexen met faciliteiten, enzovoorts;

en gaat over tot het volgende agendapunt.

 


Organisatorisch

(alfabetische volgorde)

 

28/2  Fora en werkgroepen NAP

N.a.v. de discussie op moet er gesproken worden over werkgroepen die onder de NAP-vlag kunnen opereren.  Momenteel is een dergelijk functie niet voorzien binnen het Platform modelreglement, zoals vastgesteld 17 april 2001 door Landelijk Bestuur (bijgesteld op artikelnrs na nieuw HR congres 75, nov 2002). En dat is de plaats waar dat geregeld moet worden.  Dat betekent: het NAP moet EERST een formeel platform worden, daarna moet het platform via een motie tijdens een congres het modelreglement hierop doen aanpassen. De inhoudelijk formulering van de motie is een zaak die overgelaten moet worden  aan het dan, formeel erkende NAP.  In de tussentijd, kunnen nu al NAP-leden fora/werkgroepen vormen om discussies in het NAP voor te bereiden, die eventueel tot moties of externe adviezen leiden van het NAP. Aan die discussies nemen alle NAP-ers evenwaardig deel naar gelang zij zelf willen.

Voor indiening als congresmotie, blijven vooralsnog 25 handtekeningen nodig (een fiks aantal handtekeningen van NAP-leden is natuurlijk al een goede start.)

De vergadering stemt in met dit voorstel. Ale vraagt of de D66 leden in die fora/werkgroepen dan ook alle lid móeten zijn van het NAP. De vergadering antwoord: nee, dat is niet noodzakelijk. (Het is hoogstens opportuun voor het motie-werk richting congres)

 

 


NAP-leden 2004

(December 2003)

 

-   Wie zijn wij

 

 

Het platform telt leden, afkomstig uit de diverse regio’s. Er is een ‘dagelijks bestuur’ dat gekozen uit het midden van het platform en bestaat uit vijf mensen. In de lijst treft u kort de basisgegevens aan van de leden.

 

 

Wij zijn alle lid van

D66.

 

 

 

De organisatie van

het platform is voorlopig in handen van vijf presiderende leden:

-         Vz: Kees Slottje; c.slottje@hccnet.nl ;

-         2e Vz. FerdinandPleyte dzd.art@planet.nl

-         secr: Bernard Verlaan bjernv@dds.nl

-         vacant

-         vacant

 

Na de startbijeenkomst op 8 februari 2003, wordt een nieuw vijftal gekozen. Deze vijf leden te samen (interim) worden het bestuur of het presidium *) genoemd.

Nadat het platform een formele status krijgt, zal er een nieuw bestuur gekozen worden en treedt het interim bestuur af.

 

*) Hierover moet nog besloten worden.

 

 

(overige) leden zijn voor/van

Groningen

D66 Lidmaatschapsnr. bekend ? 

 

 

J. D. DE VRIES 

JA

 

 

J.C.L.de.Vries 

JA

 

 

ROBBERT BLOEM

JA

 

 

WIJBRANDT VAN SCHUUR

JA

 

 

Fryslân

 

 

 

 

 

 

 

Drenthe

 

 

 

J J TOP 

JA

 

 

(Vz: Kees Slottje;

JA

 

 

Overijssel

 

 

 

Adriaan van Duinen

 

 

 

Gelderland

 

 

 

Simon Hejan

 

 

 

Frits Slingerland

 

 

 

JAN THEUNISSEN 

JA

 

 

Utrecht

 

 

 

(secr: Bernard Verlaan bjernv@dds.nl )

JA

 

 

Ale van Elmpt

JA

 

 

Barbara Eijsten

JA

 

 
Noord-Holland

 

 

 
Bob Goes

JA

 

 
Zuid-Holland

 

 

 
Bernard J ARIS

JA

 

 
Annelies van Maanen ejt.vanmaanen@wanadoo.nl

Tevens: voorzitter LP Seniorenbeleid D66

JA

 

 
Zeeland

 

 

 
A HIJGENAAR

JA

 

 
Noord-Brabant

 

 

 
E DE BRUIJN 

JA

 

 
D VAN NI EUWENHUIJZEN

JA

 

 

Rob Gunter

JA

 

 

Marijke Maathuis 

 

 

 
Limburg

 

 

 
 Ferdinand Pleyte

JA

 

 
J.W. BERTENS

JA

 

 
Joop Harberink-Geense

 

 

 
Flevoland

 

 

 
H J SURINK 

JA

 

 

Gerben van der Woude

JA

 

 

 

NAP vergaderingen 2006 (samenvattingen)

 

2004

Als moties zijn de meeste bevindingen terug te vinden in het cumulatieve resultatenoverzicht 2004:

Resultaten Nationaal Advies Platform (Cumulatief 2004)

 

Voor de goede orde. Onderstaande samenvattingen van de vergaderingen zijn per mail bekend gemaakt aan:

-         contactperson/D66’ers in het EP, TK, EK, of het LB, samen met de notulen;

-         secretarissen/contactpersonen van andere D66’platformen;

-         secretarissen van regiobesturen (dwz. alleen zij die dat op prijs stelden).

 

11/12

Resumé. Tijdens de vergadering op 11 dec.2004 is uitvoerig ingegaan op de kwestie Cyprus en op de eventuele toetreding van Turkije tot de EU. Daarnaast is gesproken over een aantal maatschappelijke ontwikkelingen in en rond inkomstposities.Ten behoeve van de agendastellende, lange termijn beleidsnotitie is over de toekomst van Europa gesproken naar aanleiding van de CPB-studie Four Futures for Europe.

13/11

Resumé.Op 13 november 2004 werd een aantal moties besproken over jongerenzetels, maatschappelijke dienstplicht, de primaire inzet van een sociaal liberaal, leeftijdsdiscriminatie, de positie van D66 als politieke partij, kennis service punten, maatschappelijke ontwikkelingen en inkomenspolitiek en over 'spoedpeilingen'.

11/9

Resumé.Op 11 september 2004 werd een aantal moties besproken vanuit het Seniorenplatform. De moties gingen over obesitas-II, over democratisering van pensioenfondsen,over  woonruimte voor senioren en over leeftijdsdiscriminatie. Daarnaast bleek uit het rondje langs de regio's dat er enige wrevel vanuit de regio's blijkt te leven in de richting van het LB, de fractie of de (landelijk) D66 lijn.

24/4

Resumé.Tijdens de discussiebijeenkomst zijn verschillende onderwerpen aan de orde geweest: de motie De Motie De Bruijn / Waddenzee over het nieuwste advies van de commissie Meijer, de motie Slottje Legalisering Cana bis, Slottje/Salariëring bewindspersonen en oriënterend, ter voorbereiding op een eventuele motie, is gesproken over de  Individuele gezondheid in samenhang met onderwijs en opvoeding.

Tevens is er gemaand tot oplettendheid nu het nieuwe ruimtelijke beleid, alle vrijheid bij de gemeenten neerlegt om naar eigen inzicht te bouwen.

28/2

Resumé.Tijdens de discussiebijeenkomst zijn verschillende onderwerpen aan de orde geweest: de motie Slottej/Obesitas, de discussiestelling Sociale dienstplicht, de verschraling van het dienstenniveau mede o.i.v. de gemeentelijke herindeling, een voorstel m.b.t. fora/werkgroepen gerelateerd aan het NAP, de aanzet voor een lange termijn agenda van politiek-bestuurlijke belangwekkende vraagstukken voor resp. het gemeentelijke, provinciale, landelijke, europese en (wereld-)burgersniveau. Tevens is de leden een 'sneak preview' geboden van een drietal moties van Helffrich of intensieve veehouderij, tegen onbeperkte globalisering en voor selectieve groei & krimp.

17/1

Resumé.Tijdens een gevarieerde vergadering werden zaken van uiteenlopend niveau besproken en bediscussieerd. Voorafgaand aan een reflectie over de beoordeelde thema's tijdens het congres te Maastricht, is als werkvorm voor het platform zelf het idee van een 'position paper' geformuleerd om te dienen als leidraad voor de agendavorming en ontwikkeling. Op politiek-bestuurlijk vlak is ingegaan op stellingen m.b.t. veelplegers, defensiepolitiek/peace keeping, kroonjuwelen en de burgemeestersverkiezingen in 2006.

 


 

 

Terug naar hoofdpagina Nationaal Advies Platform