Barnett’s artikel: 'Stijl en strategie; Nieuwe metaforen,
nieuwe inzichten' (in Strategie 1997, pg 65-75)
18-3-98
bjernv@dds.nl
Steve Barnett, een
gerenommeerd adviseur, zet in zijn artikel 'Stijl en strategie: Nieuwe stijl,
nieuwe metaforen en nieuwe inzichten' (in Strategie 1997, pg. 65-75) een visie
uiteen op nieuwe ontwikkelingen op het terrein van het strategisch
planningsbeleid. Het beoogde publiek is dat van leidinggevende, strategische
beslissers op de hoogste doorgaans bedrijfsmatige niveaus. De vorm en inhoud
van zijn betogen zijn toegesneden op deze doelgroep: theoretisch "kort
door de bocht". Het wordt verluchtigd met aansprekende voorbeelden uit de
bedrijfspraktijk. Aan het eind van zijn betoog, pleit hij voor een 'dialogische
strategiestijl'. Hiermee bedoelt hij o.m. het betrekken van "externe
deskundigen, buitenstaanders, leden van midden- en lager kader als bron van
ideeën en als stimulans voor de interne organisatie om in het dagelijkse werk
strategisch te denken." (pg 74)
De replicant zal
slechts op bescheiden wijze reflecteren op het gestelde. Er zal vanuit een
filosofische gezichtspunt gewerkt worden en m.n. vanuit dat van de
systematische wijsbegeerte.
Voetnoot Tegenwoordig laat De (westerse)
filosofie zich o.m. indelen in een continentale en een analytische. Binnen elk
zijn vakgebieden te onderscheiden zoals de filosofie van bepaalde
vakwetenschappen (zoals natuurkunde, biologie, godsdienst -nee, theologie is iets heel anders-,
rechtswetenschap), wijsgerige antropologie wijsgerige ethiek, sociale
wijsbegeerte, van de geschiedenis van bepaalde periodes wijsbegeerte zoals
Oudheid, Middeleeuwen, Moderne geschiedenis en Logica en
Kennis-en-Wetenschapsleer. Deze opsomming is niet volledig en constellaties,
accenten en benamingen kunnen en zullen verschillend zijn in de verschillende
universiteiten, kringen en landen waar filosofie beoefend wordt. Dit is zo
geweest in de 2500-jarige geschiedenis van het vak en ook, ongetwijfeld, in de
toekomst.
Het betoog van
Barnett is er naar vorm en inhoud er op gericht, een bepaalde boodschap over te
brengen aan een bepaald publiek. Om die reden zal in het volgende juist via die
weg ingegaan worden op zijn betoog.
Allereerst is er de
vraag: in welke vorm wordt het gedachtegoed van Barnett naar voren
gebracht. Het artikel wordt in een populair tijdschrift gepubliceerd en níet in
een wetenschappelijk tijdschrift voor filosofie of een van de vakwetenschappen.
Dit is 'vorm' in een eerste betekenis van het woord; 'vorm1'.
Een tweede vraag is:
in welke vorm wordt het gedachtegoed van Barnett naar voren gebracht?
Met behulp van woorden, níet met behulp van een videoclip, een fotocollage of
een schilderij. Dit is 'vorm' in een tweede betekenis van het woord: 'vorm2'.
Deze twee vragen
illustreren dat hetzelfde woord verschillende betekenissen kan hebben; de ene
persoon gebruikt het woord in een iets andere betekenis dan een andere. Voor
het alledaagse gebruik van woorden in alledaagse situaties is dit zelden een
probleem... voor gebruikers (c.q. het publiek) die een zelfde taal- en
cultuurachtergrond hebben.
Alledaags zijn de
situaties waarover Barnett spreekt echter niet te noemen (het bepalen van de
bedrijfsstrategie voor multinationals en andere megaondernemingen) en van een
gemeenschappelijke en culturele achtergrond is ook niet echt altijd sprake. Het
gebruik van woorden en concepten uit verschillende vakwetenschappen, van
verschillende auteurs die vanuit specifieke theorieën en paradigma's opereren
perfectioneert de oninzichtelijkheid van de boodschap tot een bijzonder hoog
niveau.
Door woorden als vorm
te kiezen, is er dus een probleem. Niet alleen kan hetzelfde woord iets anders
betekenen. Zelfs goed bedoeld 'iets anders zeggen', kan betekenen: 'iets anders
zeggen'.
Oftewel, door het
kiezen van (steeds) iets andere bewoordingen, is het zelfs mogelijk om even
zovaak iets anders te zeggen, dat het nodig wordt om de verschillende mogelijke
betekenissen op hun beurt gedetailleerd te onderscheiden; vorm2-1, vorm2-2,
vorm2-3 tot en met vorm2-n.
De filosoof zal niet
snel nummeren maar spreken van: "Het begrip 'rede' zoals de jonge Kant dat
gebruikte..... enz". Niet zelden werkt hij of zij zich via paarsgewijze
vergelijking, eerst door (een deel van alle) betekenissen van één woord in de
geschiedenis van het illustere vak te presenteren. Op de laatste pagina wordt
dan betoogd dat hij of zij zelf, het bewuste woord gebruikt in andere betekenis
dan alle voorgangers, namelijk: vorm123-321. Die laatste is dan nieuw
natuurlijk, tot dat moment waren er slechts 320.
Tegen deze
achtergrond, valt op te merken dat Barnett nu woorden gebruikt, hele specifieke
woorden van wetenschappers uit verschillende disciplines. Elk van die woorden
heeft heel specifieke betekenissen. Om die betekenis te bevatten, moet er
precies gekeken worden naar een hele reeks van kenmerken van de gebruiker en
het gebruik. Welke wetenschapper gebruikt het woord, in welke fase van zijn of
haar theoretische c.q. wetenschapstheoretische ontwikkeling, binnen welk
taalsysteem, binnen welke cultuur enz. enz.
Het belang van de
ogenschijnlijke Sisyfusarbeid is dat het werk maar één keer -goed-
gedaan hoeft te worden en dat "dubbelen" niet tot onnodige
wetenschappelijke en theoretische dwaasheden hoeft te leiden. Dit geldt voor
woorden, verzamelingen woorden (zinnen), verzamelingen zinnen
(wetenschappelijke theorieën), verzamelingen wetenschappelijke theorieën
(paradigma's) en verzamelingen paradigma's die wetenschapstheoretisch tot een
zelfde verzameling kunnen behoren.
Barnett heeft de
exercitie van systematische nummeren of benaderen van betekenissen van
gebruikte woorden slechts grofmazig toegepast. Dat past niet binnen de gekozen
vorm1.
Zo haalt hij het
begrip 'traditionele bedrijfsepistemologie' aan. Begripsmatig, is deze
constructie van 'epistemologie + bedrijf + traditioneel' nog te volgen; hoe
komt kennis tot stand, hoe komt bij bedrijven kennis tot stand en hoe komt op
de ouderwetse manier bij bedrijven kennis tot stand. Dat het onderwerp of doel
van het kennisproces binnen het bedrijf op dit moment in het betoog van
Barnett, de strategische positionering van het bedrijf is, valt op te maken uit
de tekst. Dit is in dit geval nog te volgen.
Echter, Barnett
gebruikt in zijn betoog, woorden uit verschillende vakwetenschappen, horende
bij verschillende paradigma's, horende bij verschillende theorieën én horende
bij verschillende vakwetenschappers die het bewuste woord in een specifieke
betekenis van het woord gebruiken. Om een voorbeeld te geven (met fictieve
cijfers) met het woord 'dialogisch'. Is dat 'dialogisch' zoals dat gebruikt
wordt in de betekenis dialogisch123, zoals gebruikt door vakwetenschapper23441
(Maturana, zoals gepresenteerd in het artikel van 1987, van Maturana en Valera;
níet de Maturana van 1989 die toen weer terug keerde naar het dialogisch120,
van vakwetenschapper23440 die bekend is onder de naam Matulera), binnen
theorie2487, paradigma13-24.
Andere woorden die
Barnett gebruikt zijn: stijl, strategie, metafoor, planningsbeleid,
traditioneel planningsbeleid, paradigma, epistemologie (alias kennisleer, alias
kennisfilosofie, alias wetenschapsfilosofie, vooropgesteld dat er niet iets
anders gezegd wordt door het iets anders te zeggen), postmodern, feministische
wetenschapsfilosofie, biologische (en complexiteitstheoretische) metafoor,
traditionele bedrijfsepistemologie... enz.enz.
Hij gaat te rade bij
verschillende vakwetenschappen; o.a. bij sociologie, antropologie; en
vervolgens bij bepaalde vakwetenschappers (dit is een aanname) zoals Maturana,
Varela, Keller, Hamel en Pralahad. Bovendien gebruikt hij verschillende
publicatiejaren van deze mensen: heeft Valera zich bijvoorbeeld niet ontwikkeld
tussen 1979 en 1987? En Keller? Enz.
Barnett zal dus niet
weten of bijv. Keller's baanbrekend werk, dat kennelijk leidde tot iets dat
Barnett feministische wetenschapsfilosofie noemt, niet... bijvoorbeeld één
"hedendaagse" variant is op een eerdere oosterse
wetenschapsfilosofie, met name die ene stroming (een paradigma?) waarin yin en
yang de basiswoorden zijn binnen een theorie om bepaalde fenomenen te
beschrijven? (Verklaren is iets anders dan beschrijven.) En misschien dus
helemaal niet zo baanbrekend is.
Eigenlijk ontbreekt
elke demarcatie van mogelijke betekenissen van de woorden die hij gebruikt en
leent uit tal van disciplines en bij tal van auteurs. Dat heeft repercussies
voor de ínhoud van de boodschap; dat wordt een puzzel en is niet meer te
volgen.
Terug naar de inhoud. Bijvoorbeeld van de
"traditionele bedrijfsepistemologie", een woord waarvan de betekenis
nog enigszins goed was te duiden. Barnett meldt dat in deze benadering geldt
(met IBM als voorbeeld; pg 66): " Het voorspellingsproces bestond uit twee
stappen: gebruik historische gegevens voor een extrapolatie en ga ervan uit dat
de veronderstellingen over het toekomstig computergebruik en over het menselijk
gedrag juist zijn."
Hier is tegen in te
brengen dat de "traditionele bedrijfsepistemologie" sinds 1980 een
split half methodiek zou mogen toepassen voorafgaand aan de extrapolatie om de
simpele reden dat de OESO (i.e. de Interfutures Study Group) dat keurig
voorgedaan had in het rapport 'Facing the Future' waarin op basis van zeer stug
rekenwerk verschillende toekomsten geëxtrapoleerd werden op basis van
verschillende veronderstellingen over het gelijk blijvende menselijk gedrag.
Het economische model dat gebruikt werd voor de extrapolatie was nml.
ontwikkeld door met de eerste helft van de beschikbare data de tweede helft van
de data te voorspellen. Vervolgens werd de voorspelde "tweede helft"
data, vergeleken met de tweede helft, beschikbare echte data. Die
(statistische) betrouwbaarheid was voldoende vanuit een wetenschappelijke
optiek. Pas daarna werd er geëxtrapoleerd naar de toekomst. Door verschillende
menselijke gedragingen te veronderstellen (i.c. politieke keuzes, in Barnett's
termen ongetwijfeld strategische plannen) werden voor de OESO-landen
verschillende scenario's voor de toekomst geproduceerd; variërend van een A-scenario
waarbij alles geweldig goed zou uit pakken (door tijdig de juiste keuzes te
maken) tot een rampscenario waarbij isolationisme en gebrek aan visie en
(politiek) leiderschap in Europa en in de verschillende landen, de Eerste
wereld tot een Derde wereld zou doen vervallen.
Het zal inmiddels
duidelijk zijn dat, gesteld de problemen rond 'vorm én inhoud' van de
verschillende woorden, het een onmetelijke puzzel is om te achterhalen wát
Barnett nu precies zegt. Als hij al niet zorgvuldig aangeeft welke stukjes hij
uit de puzzels van het denken van Keller's, Varela, Maturana etc., uit
verschillende disciplines, verschillende tijden enz. gebruikt, dan is er ook in
redelijkheid geen kritiek of repliek te formuleren. Het weerwoord om elke
kritiek of repliek te weerleggen zal nml. altijd (kunnen) zijn: de criticus of
replikant heeft de tekst niet begrepen (i.e. niet de juiste puzzelstukjes
gebruikt).
De boodschap die
Barnett voor ogen staat is echter te belangrijk om (dus) om deze reden(en) te
stoppen.
Barnett suggereert,
als nieuw inzicht en nieuwe metafoor, een nieuwe werkwijze, i.c. stijl en
strategie voor topmanagers: "Gewoon, door de stukjes van de puzzel zoals
zij die zien aan elkaar te leggen.(pg 67)", echter "niet in het
gewoon samenvoegen van bestaande stukjes (pg 68)" maar "van een
puzzel die van vorm verandert waar we bij staan (pg 68)", waarbij "De
echte uitdaging is gelegen in het definiëren van de vage dimensies, grenzen en
gedaanten van een puzzel (pg 68)".
Nu gaat het er niet
om, Barnett's betoog met een lancet te ontleden, noch om de ontleding uit te
voeren die hij nagelaten heeft. Het gaat immers niet om de woorden alleen; het
doel is de boodschap!
En metaforische valt
in "vage dimensies, grenzen en gedaanten" die boodschap te begrijpen
over wat Barnett zegt of ziet als de puzzel van inzichten, metaforen, stijl en
strategie. Hij zegt: strijk wat kleuren verf op een doek en probeer er iets van
te maken dat een bepaalde zinnige relatie heeft met wat anderen doen op of met datzelfde doek.
Of in zijn eigen
woorden: "Als een systeemontwikkelaar zich richt op de ontwikkeling van
servers en software afgestemd op de puzzel die globalisering heet, is iets
anders dan de ontwikkeling van systemen die geschikt zijn voor zowel de
globalisering als een situatie waarin de globalisering faalt.(pg 68)"
Dat inzicht is
belangrijk, de schilder weet namelijk nog niet welke kleuren of attributen
(puzzelstukjes) hem ten dienste (zullen komen te) staan en hij is ook onbekend
met de intenties en kundigheden van het meeschilderende publiek. De wereld
verandert, de kennis verandert en veroudert; plotseling kan het gebeuren dat er
een nieuwe ontwikkeling is die "het productieproces" en "het
product" een totaal nieuwe wending geven. Een voorbeeld: een nauwelijks
werkzaam medicijn dat al jaren op de markt is, blijkt een bijzonder krachtig
middel tegen een recent opgedoken epidemische virusinfectie. Het bedrijf dat
enig licentiehouder is in een klap binnen. Zoiets is niet strategisch te
plannen. Farmaceutische industrieën echter investeren niettemin jaarlijks fors
in onderzoek naar heilzame neveneffecten van medicijnen die al jaren om heel
andere redenen op de markt zijn.
Barnett poogt als
boodschap over te brengen: nieuwe metaforen en nieuwe inzichten t.a.v. van
stijl en strategie. Zelfs zonder in genummerde interpretaties van betekenissen
van woorden te vervallen, is een moment van intellectuele reflectie gewenst.
Het woord 'stijl' valt in een andere handelingscategorie dan 'strategie',
gesteld dat de begrippen in een bedrijfsmatige context begrepen moeten worden.
Met stijl wordt iets aangeduid als 'management stijl'; als 'de manier /
attitude' om zaken op een bepaalde manier te doen, te benaderen, aan te pakken.
Op verschillende momenten kleven daar verschillende kenmerken aan: voortdurende
dialogen, de á la feministische invalshoek/opstelling/visie van problematieken
in termen van machtsbalansen met sterke en zwakke krachten en partijen, enz.
Met 'strategie' en
strategisch planningsbeleid wordt ook een manier / werkwijze bedoeld om
(langere) termijndoelen -voor een organisatie-
vast te stellen en te realiseren oftewel zaken op een bepaalde manier te
doen.
Stijl en strategie liggen
in betekenis kennelijk dicht bij elkaar (niet voor niets is er voor bijna
vergelijkbare bewoordingen gekozen). Het verschil in handelingscategorie wordt
misschien duidelijk als stijl geïnterpreteerd wordt als handelingskenmerk van,
in eerste instantie personen; i.c. lijn- en staffunctionarissen.
Strategisch
planningsbeleid of strategisch handelen is daarentegen een handelingskenmerk
van, in eerste instantie, organisaties (in deze discussie althans). Maar een
organisatie bestaat uit mensen. En dus... etc. Nee. Als iedereen ontslagen is
blijft de organisatie bestaan maar dat is niet het punt waar het hier om gaat.
De mensen in een organisatie kunnen zelfs handelen zónder dat er sprake is van
een strategie, van strategische planning of strategisch planningsbeleid.
Hoewel; eerlijk is eerlijk, de mieren kunnen dat veel beter. Zonder enig
strategische beleid of plan, heel stijlvol handelend, "bouwen" zij
een prachtige mierenhoop, terwijl natuurkrachten en passerende beesten in het
bos, het ding regelmatig "verbouwen". Mensen moeten altijd in dialoog
woorden uit wisselen om zichzelf en elkaar ervan te overtuigen dat het handelen
(in stijl), een of het strategische doel dient. Al is het maar met een post-it
of met een emailtje... er moet gebabbeld worden (dialogen en soms
kringgesprekken; een woord uit weer een heel andere sector).
Zo Barnett zich wel
c.q. meer rekenschap had gegeven van de 'state of the art' t.a.v. enerzijds
'stijl' en anderzijds 'strategie', c.q. 'strategisch planningsbeleid'; dan had
zijn betoog waarschijnlijk een geheel andere vorm1 en vorm2 gehad. Zo zou
inhoudelijk, aansluitend op het werk van (de jongste) gezaghebbende
theoretici, aangegeven worden welke nieuwe inzichten en metaforen in het
laatste jaar zijn opgedoken t.a.v. 'stijl'. Hetzelfde zou gebeuren met
'strategie', c.q. strategisch planningsbeleid.
Vervolgens zou
Barnett een verband gelegd hebben tussen beide ontwikkelingen, waarmee het
vakgebied een belangrijke stap voorwaarts genomen zou hebben. Pas daarna zou
hij zelf een wezenlijke toegevoegde waarde hebben bij gedragen door nieuwe
inzichten en metaforen, als puzzelstukjes naar voor te brengen waarmee een
licht geworpen zou kunnen worden op mogelijke komende ontwikkelingen op het
terrein. Een dergelijk artikel zou hij wellicht met succes geplaatst mogen zien
in de 'Annual Review of Management and Organisational Sciences' van de Annual
Review Inc. (Palo
Alto, Cal. U.S.A.).
Helaas, de
werkelijkheid is anders. Om te beginnen voert de Annual Review Inc. geen editie
op het vakgebied van Management en Organisatie Wetenschappen. Voorts zou
Barnett bij 'stijl', zijn nieuwe inzichten en metaforen t.a.v. stijl moeten
afgrenzen van bijvoorbeeld de systematiek van 'Management by Walking About',
'by Objectives', 'by Doing Nothing', of van 'Management Arbeid Nieuwe Stijl'.
Hij zou hebben moeten aantonen dat bij bestaande stijlen en systematieken, er
géén sprake is van een wezenlijke dialogiek, een dialogische stijl of van
puzzelen terwijl de vorm van de puzzel voortdurend verandert. En waar stijl betrekking
heeft op stijl van leiding geven, zou hetzelfde gewenst zijn bij de typologie
van:
* de indeling in democratisch, autoritair en
laissez faire leiderschap;
* McGregor's revisionistische benadering bekend
onder de 'theorie X' en de 'theorie Y';
* Blake & Mouton's management grid (ook
revisionisten overigens), al dan niet met de toevoeging c.q. variant van
Reddin;
* Fiedler's situationele benadering;
* enzovoort, enzovoort.
Voetnoot Het bezwaar van dit rijtje is
overigens dat hier dezelfde fout gebruikt wordt als die van Barnett; theoretici
uit willekeurige wetenschappelijke disciplines worden ongerelateerd vermeld;
nota bene met een terloopse vermelding van een classificerend woord
'revisionist'.
Voor strategie c.q.
strategisch planningsbeleid zou dezelfde benadering moeten krijgen: vermelding
van de 'state of the art' aan de hand van enkele recente, leidende theoretici.
Het is niet uitgesloten dat auteurs van best sellers op dit terrein om
systematische en methodische redenen, buiten de selectie vallen. Brede
bekendheid immers kan ook het resultaat zijn van goede PR of dogma (of beide).
Een meer fundamentele
benadering van Barnett's zoektocht naar een nieuwe stijlen en inzichten in het
strategisch planningsbeleid zou niet alleen gewezen hebben op theoretische en
methodische correcte tegenstellingen. Hij zou gemerkt hebben dat de methodici
tégenover deze rekenkundige, kwantitatieve extrapolaties van de
"traditionele bedrijfsepistemologie", de non-rekenkundige,
kwalitatieve methode plaatsten, namelijk die van een visionaire, conceptuele
benadering.
Bij een dergelijke
visionaire ("bedrijfsepistemologische”) benadering wordt verondersteld dat
twee of drie dimensies, c.q. mogelijke ontwikkelingen voor de samenleving c.q.
het bedrijf, een cruciale rol zouden gaan spelen. Dat leverde dan vier, resp.
acht toekomstbeelden op. De samenleving c.q. het bedrijf kan dan op basis van
een open discussie kiezen welke toekomst (in termen van marketing mix, stijl en
strategie) de meest gewenste is en vervolgens trachten die te realiseren.
Succes in de realisatiepoging wordt uiteraard niet gegarandeerd.
Barnett echter stelt
tegenover de rekenkundige benadering: "Hier tegenover staat de visie dat
macht verblindt en dat absolute macht totaal verblindt" en suggereert hij
"een continue strategische dialoog" als oplossing voor ... iets,
omdat "De toekomst staat er niet op te wachten te worden onthuld zodra de
mist optrekt, maar wordt continu vorm gegeven in nieuwe paradigma's. (Pagina
66).
Waarom Barnett echter
'macht die verblindt' tegenover 'rekenen' stelt is echter een raadselachtige
zaak.
Nieuwe metafoor in stijl en strategie
Een nieuw inzicht, een nieuwe metafoor in deze thematiek van strategisch planningsbeleid en handelen c.q stijl zou wellicht de benadering kunnen zijn van Anderson (1995, 1996). Maar toegegeven; het betreft hier toevallig gevonden "puzzelstukjes", naar aanleiding van een referentie in een project dat gemeld werd op de NASA-website. De replikant heeft géén systematische zoektocht ondernomen naar nieuwe metaforen, bruikbaar om binnen bedrijfsmatige benaderingen stijl, strategie en organisatiesucces naar nieuwe hoogten te voeren.
De metafoor van
Anderson is die van de lichtbundel van een zaklamp. Als methode, is er geen
sprake van rekenkundig kwantitatief extrapoleren of van non-rekenkundig,
kwalitatief, conceptueel-visionaire benadering. Anderson noemt zijn benadering
de 'Horizon Mission Methodology'.
Hij tracht vanuít de
toekomst, terug te kijken naar het heden; vanuit een punt dat hij een Horizon
Missie noemt. Dat wil zeggen, een punt dat voor ons op dit moment praktisch (en
theoretisch) onvoorstelbaar is.
Op deze wijze tracht
hij de nieuwe gebieden voor onderzoek in het héden te identificeren / te
beschijnen met een lichtbundel van een zaklamp. Zonder onderzoek en doorbraken
op díe terreinen, i.c. op specifieke wetenschappelijke thema's, wordt de
toekomst van waaruit teruggeblikt wordt (bijna zeker) geen praktische
werkelijkheid.
Dat toekomstige punt
van waaruit de terugblik plaats vindt, wordt 'horizon missie' genoemd en heeft
als kenmerken: theoretische wellicht nog net voorstelbaar maar praktisch
volstrekt onmogelijk uitgaande van kwantitatieve (doorrekenend) of visionaire
(niet-rekenkundige) extrapolatie vanuit het heden, zelfs onmogelijk als het
huidige kennisveld zich op korte termijn sterk uitbreidt.
De extrapolatie
vanuit het heden mag dan wel als een lichtbundel, een steeds grotere
lichtcirkel op het kennisvlak in de toekomst werpen. Het zou puur toeval zijn
als de Horizon Missie zich in de lichtcirkel zou bevinden.
Anderson legitimeert
deze 'fantast'-ische benadering door er op te wijzen dat diverse experts in het
verleden, zelfs met visionaire extrapolatie, heel erg ver bezijden de
werkelijkheid bleken te zitten. Eén voorbeeld, Thomas Watson, oprichter van IBM, zei in 1958:
"I think there will be a world market for about five computers".
(Anderson, 1995, pg 90)
Terug naar stijl en strategie
betekent dit dat in de een- of tweejaarlijkse 'business exercise' van "who
are we, what is our core business, what are our core products and what do we
want it all to be in five years form now" gespeeld moet worden met
minimaal drie projectgroepen.
Eén groep mag
rekenkundig extrapoleren, een andere doet het visionair en een derde gebruikt
de horizon methodologie van Anderson. De conclusies, bedrijfsplannen en de te
nemen strategische beslissingen door de tijd van elk van deze groepen, zijn dan
stukjes van Barnett's puzzel.
Natuurlijk is het dan
de taak van een vierde groep, of van een intergroepsoefening om van de
puzzelstukjes iets te maken: "Gewoon, door de stukjes van de puzzel zoals
zij die zien aan elkaar te leggen. (BCH 67)", echter "niet in het
gewoon samenvoegen van bestaande stukjes (BCH 68)" maar "van een
puzzel die van vorm verandert waar we bij staan (BCH 68)", waarbij
"De echte uitdaging is gelegen in het definiëren van de vage dimensies,
grenzen en gedaanten van een puzzel (BCH 68)". Daar ligt inderdaad de
uitdaging: zonder het huiswerk vooraf gedaan te hebben, is het echter niet
verstandig om 'examen' te doen!
Barnett heeft in zijn speurtocht naar nieuwe inzichten en nieuwe metaforen t.a.v. stijl en strategie, geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende betekenissen van een woord of begrip binnen de verschillende theoretische disciplines en bij verschillende theoretici. Dat doet afbreuk aan zijn boodschap. Er is geen huis zonder een degelijk fundament, geen gebouw wordt gemaakt zonder bouwtekening, succes en rijkdom in zaken wordt niet vergaard zonder noeste arbeid. Een loterij winnen; dat kan maar pas nadat anderen of betrokkenen zelf veel en veel meer verloren hebben. Dat is tegelijkertijd ook het 'recept' om een loterij te winnen: speel heel veel en verlies meer dan je ooit zult winnen. Of zoals Barnett het stelt (pg 74): "Maak meer fouten....."
En wat betreft het
bedrijfsleven? Nagenoeg alle grote zakelijke ondernemingen zijn voorgekomen uit
hard werken. Ik ken geen enkel bedrijf dat gestart is door een loterijwinnaar;
dat geeft te denken.
Barnett wilde zijn
publiek een 'recept' geven om grote zakelijke ondernemingen te leiden (stijl)
en te sturen (strategie). Het recept dat hij gaf was: puzzelen, actief kijken,
passen en interpreteren, rekeninghoudend met de krachten uit en van de
omgeving. Dat deel van het recept is juist.
Het ontbrekende deel
is: waar vind je de stukjes; die nieuwe inzichten en metaforen? Hoe vind je ze
en hoe zul je ze herkennen als je ze vindt? Welk recept kan er op dat punt aan
het publiek meegegeven worden? Is er een recept? Wis-en-drie maar niet datgene
wat het publiek verwacht. De "goede" puzzelstukjes zullen nml. niet
op afstand herkenbaar zijn, net zomin als "foute". De
"foute" van vandaag zullen de "goede" van morgen zijn en
omgekeerd. Dat betekent een aantal dingen:
- bekijk en verzamel heel veel stukjes, of bekijk
de stukjes van mensen die heel veel stukjes bekeken hebben, die van elk stukje
helder hebben wat de verschillen zijn met de overige stukjes en de
gebruiksmogelijkheden in bepaalde puzzels (theorieën) in de verschillende
tijden en paradigma's. De stukjes mogen afkomstig zijn uit extrapolatie (naar
de toekomst), rekenkundig of juist niet-rekenkundig. Maar ook uit
extrapolerende methoden vanuít zoals die Horizon Methodologie.
- onthoud welke stukjes gezien zijn, in welke
puzzels (theorieën en paradigma's), in welke situaties (configuraties van stijl
en strategie van de organisatie, c.q. levensfase van de organisatie, c.q.
marketing mix en assortiment);
- herhaal de voorgaande exercitie elke 2 jaar.
Beide zaken kosten
capaciteit; dataverzameling, data-analyse en data-retrieval maar dat niet alleen.
Begrip van zaken is echter noodzakelijk; wie Griekse letters kan lezen, kan
Griekse woorden lezen. Maar wie woorden
Grieks leest, begrijpt daarmee nog geen Grieks of het in Grieks geschreven
gedachtegoed. Zo iemand zal zelfs het verschil niet merken tussen Oudgrieks of
Nieuwgrieks; tussen 'atomos' ("atoom") en 'atomos' (persoon). Of, als
het om woorden, zinnen, taal- en cultuurgebonden theorieën, paradigma's of
kennismethodologieën gaat: tussen een juist en een onjuist begrip van zaken
(betekenissen), ook al is juist/onjuist beslist niet gemakkelijk vast te
stellen.
De opbrengst is dat
fouten van anderen of de fouten uit het verleden, niet herhaald worden. Dát is
de reden om de eerder genoemde Sisyfusarbeid uit te voeren. Eén fout voorkomen
is vaak al voldoende op de geïnvesteerde capaciteit terug te verdienen. Of zijn
er nog steeds kandidaat-autodealers die Spaanstalige gebieden een goede markt
achten voor een auto van het type Nova, van "hun" merk? Mutatis
mutandis, ligt dezelfde fout voor het oprapen voor de handelaren die de markten
van het Oostblok of van China of van Japan denken te kunnen
"bedienen".
Niettemin:
succes.
Anderson, John L.;
The Horizon Mission Methodology;
modelling and thinking within new paradigms. In: Futures Quaterly, Fall 1995;
89-104
Anderson, John L.;
Leaps of the Imagination:
interstellar flight and the horizon mission methodology. In: Journal of The
British Interplanetary Society, Vol. 49, pp 15-20, 1996.